Antonides, J. - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

Antonides, J.

Erelijst gesneuvelden > Namenlijst slachtoffers Veldtocht

Het graf van Jelte en zijn oudere zus te Zuidbroek


Achternaam: Antonides
Voornaam: Jelte
Voorletters: J.
Rang: Korp.
Mil. Onderdeel: Kon.Ned.Brig.Prinses Irene
Geboorteplaats: Zuidbroek (Gr)
Geboortedatum: 17-06-1918
Overlijdensplaats: Schore
Overlijdensdatum: 15-11-1944   
Begraafplaats: Oude Begraafplaats te Zuidbroek
Gemeente: Menterwolde
Provincie: Groningen
Land: Nederland
Vak: 4
Rij:  
Nummer: IJ      

In het voorjaar van 1939 was Jelte samen met zijn tien jaar oudere broer Geert vanuit Zuidbroek, Groningen, naar Canada geëmigreerd. Het gezin Antonides bestond uit twaalf personen.

Op 8 augustus 1940 werden alle Nederlandse mannen die tussen 1904 en 1921 geboren waren opgeroepen voor militaire dienst. In Londen(Ontario) werden Geert (in Canada George genoemd) en Jelte (in Canada Jim genoemd) opgeroepen voor hun medische keuring. Na hun goedkeuring moesten meldden zij zich 15 januari 1941 in Stratford en kregen daar hun opleiding. Zij meenden beiden dat het hun plicht was om te gaan. Het was niet eerlijk dat de Canadese soldaten zouden gaan om hun land, hun ouders, broers en zusters te bevrijden en te bevechten voor de vrijheid van hun geliefden.

"In de middag van diezelfde dag kregen we nieuwe kleren, zelfs nieuwe onderkleren en toen waren we soldaat. Wat betreft de kleding tenminste. De volgende dag kregen we een geweer en een gasmasker,  twee dingen die we altijd bij ons moesten dragen. Het leven was voor ons helemaal veranderd. Iedereen groeten die sterren droeg. Op vaste tijden naar bed, op vaste tijden naar het appèl, enz.
In ieder geval werd er goed voor ons gezorgd en elke 14 dagen konden we naar huis gaan als we dat wilden."

Na een training van drie maanden moesten ze naar Halifax om te worden ingescheept naar Engeland. Toen ze daar aankwamen was het konvooi nog niet klaar. Ze moesten daar ongeveer een week blijven en overdag maakten ze lange marsen.

Jelte en Geert in Sarnia februari 1941

De zakagenda van Jelte vermeldt de volgende data:
15 januari 1941  Soldaat geworden in Stratford
14 februari 1941 Prinses Juliana in Stratford geweest
18 maart 1941 Vertrek eerste troep van Stratford met de trein naar Halifax
20 maart 1941 Aankomst in Halifax
21 maart 1941 Weer van de boot, gebroken kabe1
26 maart 1941 Weer op de boot
17 maart 1941 Vertrek van de 'Byanor'  in konvooi

Het konvooi was samengesteld uit 47 schepen. Zo gauw zij de haven uit waren merkten Jelte en Geert dat ze eigenlijk al een beetje aan het front waren. Snelle oorlogsschepen voeren in volle vaart rondom het konvooi en het was hun taak om op wacht te staan en uit te kijken naar Duitse onderzeeboten. Ze moesten uitkijken naar een kleine pijp die juist boven de oppervlakte van het water moest uitsteken.
Op de derde dag waren de beschermende oorlogsschepen plotseling verdwenen en gingen zij zigzagvarend in de richting van Engeland. Toen ze dichter bij Engeland kwamen werd het konvooi aangevallen door een Duits vliegtuig. Dat was hun eerste kennismaking met de vijand. Het werd een strijd van leven op dood. Als herinnering hieraan kreeg hij een getuigschrift:




Vrijdag 18 april 1941 in Schotland aangekomen. Van Gourock, via Edinburgh per trein naar het Nederlandse kamp dat gestationeerd was in Wolverhampton.


Jelte rond augustus 1942 voor een van de barakken op Wrottesley Park


Jelte was bevriend met Anton Bijlsma die later In Belgie omkwam. Hier zien we nog samen op de fiets in Wolverhampton


Staand achter zijn v.l.n.r. John van Tamelen, Jelte  en Nick Budding. De overige twee zijn onbekend.    


 
Linksachter Jelte Antonides, Mable en de vader van Mable die een wagenmakersbedrijfje had en de soldaat Pete Douma. Vooraan Mable’s moeder en grootvader. Deze familie woonde op ongeveer kwartier fietsen van Wolverhampton. Mable is  later getrouwd met  brigadelid John van Tamelen.

Dominee Mac Millan en zijn vrouw. Linksachter staat Geert. Rechts Nick Budding, een soldaat uit Canada.  

Na drie jaar en drie maanden waren Jelte en Geert het eindeloos wachten en oefenen meer dan beu. Geert schreef later:

'AI gauw na D-day moesten we vertrekken naar een kamp bij Londen. Daar werden onze voertuigen klaar gemaakt om het water (Het Kanaal) over te steken. Ik herinner me dat Montgomery ons toesprak en toen moesten we oversteken naar het vasteland van Europa. Toen we klaar stonden om "Het Kanaal" over te steken,  maakte Jelte de opmerking: "We hoeven straks geen krant meer te lezen en niet meer naar de radioberichten te luisteren, we maken zelf de geschiedenis."

Over de veldtocht schreef Geert over zijn broer o.a. "Jelte was een heel goede soldaat. Hij durfde er best te wezen. In België trokken hij en zijn kameraad er in hun vrije tijd op uit. Ze kwamen terug met drie Duitse krijgsgevangenen."

En vervolgens: "Onze brigade was in Nijmegen tijdens de slag om Arnhem. Het was in die tijd, waar we precies waren weet ik niet meer, dat één van ons, wie weet ik ook niet meer, zei : "Wie komm aal mooj op huus aan." Ja, daar verlangden we naar. Vader en moeder, broers en zusters zien! Zouden we ze ooit in dit leven weer mogen zien? Maar er zou nog veel gebeuren. Het is waar, de scheiding van duizenden kilometers was veranderd in honderden. Jelte mocht het niet beleven, die intense vreugde."

Jelte maakte als korporaal deel uit van Gevechtsunit I die zich op het moment van zijn overlijden ophield nabij Schore in Zeeland. Op die mooie novemberdag werd hij met andere mannen vervoerd in een open troopcarrier, waar het canvas niet overheen was gespannen. De bogen bleven echter wel staan. Op een gegeven moment stak hij zijn hoofd buiten de wagen en toen een andere wagen passeerde in tegengestelde richting raakte Jelte beklemd met zijn hoofd tussen twee bogen en kwam daardoor om het leven. Geert was in hetzelfde konvooi, maar niet in dezelfde wagen. Toen hij bij Jelte kwam, was deze al gestorven.
De volgende dag is hij met militaire eer begraven op het kerkhof van Schore. Het gebeurde vlak bij de brug over het Kanaal door Zuid-Beveland. Later is hij herbegraven in Zuidbroek.


In de Christelijk Gereformeerde kerk in het Canadese Blackwell, een voorstad van Sarnia  is onderstaande gedenkplaat aangebracht:
1939-1945
UIT DANKBAARHEID
VOOR DE VRIJHEID
WAARVOOR ZIJ STIERVEN
DE CHRISTELIJK GEREFORMEERDE KERK
VAN SARNIA GEDENKT
JIM ANTONIDES
EN
GEORGE ESSER
"Een soldaat van Jezus verliest nooit een slag"

Met dank aan Sake Antonides


Terug naar de inhoud