aug 1944 - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

aug 1944

De overtocht
Op 29 juli kwam het bevel van het hoofdkwartier van het XXIe Legergroep van generaal Montgomery dat twee officieren onder wie Robbert Fack, van de staf van de Brigade zich op 2 augustus 1944 moesten melden bij het commando van het Canadese 1e leger in Normandië om bevelen te ontvangen, daar de Brigade heel snel in Normandië zou worden ingezet.

Op 31 juli werd in allerijl een compagnie aanvullingstroepen vanuit Wolverhampton naar Narborough gestuurd. Deze 90 man kwam in onderhoud bij de batterij artillerie en was geen gevechtseenheid.

Op 1 augustus 1944, weken na de geslaagde invasie, kwam dan eindelijk de begeerde order van vertrek (het zgn. 'moven'). Hierin stond precies vermeld wat moest en wat mocht worden meegenomen. Wat op de wagens moest worden geladen en op welke wijze verpakt.  Fourier kapt. De Groof ( alias 'de schipper , want hij had voor de oorlog een overslagbedrijf...) opende zijn 'winkel', zodat de manschappen nog even het een en ander konden inslaan.  '

Hij leek wel Sinterklaas....'

'Dat in je kleren slapen met de overjas over je heen, heeft tot in Nederland geduurd.'

'Ons gesealede 'iron-ration' werd pas de volgende morgen uitgereikt. De inhoud bestond uit: zuurtjes, theeblaadjes vermengd met melkpoeder, chocolade, biscuits en  vijf stuks Woodbine sigaretten.'

Tegen half zes 's avonds op 3 augustus 1944 vertrok een achttien kilometer lange colonne uit Narford camp te Narborough naar het 300 km verderop gelegen Wanstead Camp te Leightonstone, vlakbij Londen in de zgn. 'Marchalling area' (rayon van gereedstelling voor de overtocht). Het  terrein was zo groot als een voetbalveld. De onderkomens waren weer enkele grote tenten. Het ontbrak aan matrassen en dekens. Door de welfare werd er een amusementsprogramma aangeboden: 'een band, iemand die Bing Crosby imiteert en een zangeres in haar nadagen. Geen Vera Lynn op wie we hadden gehoopt.' In dit kamp mocht niemand uit en was derhalve van de buitenwereld afgesloten: brieven mochten niet worden ontvangen, noch verzonden. Afgesloten door meters hoog en meters diep aangebracht prikkeldraad.

'Een Hollander is niet voor een gat te vangen en sommigen van ons lukte het toch om even deze barrière te doorbreken en 's nachts door hetzelfde gat weer terug te keren.'

'Wij hoorden de projectielen al van vrij ver aankomen. Zij kwamen over de kust op Londen af, volgens een vaste route, die de Londenaar al sinds enigen tijd de"V-bom-straat" had genoemd. Zolang de vliegende bom nog in razende vaart langs de hemel knetterde, was er altijd nog de hoop, dat hij de stad zou overschieten. Even scheen er nog tijd voor een waarschuwing, maar dan stopte de motor plotseling - de stilte was nog onheilspellender dan het sinistere geknetter van den robot; ergens op een flat- of fabrieksgebouw zag je de "dakhazen" - de vrijwilligers van den burgerluchtwachtdienst - zich met een reuzensprong in veiligheid stellen. Dan de klap, de vuilgrijze rookkolom met zijn confetti van stenen en behang, z'n brokstukken van ledematen en hulzen. De toeschouwer stond machteloos. In de verte rinkelde de bel van ambulance of brandweer, op weg naar het willekeurige huis of fabrieksgebouw om er te redden wat er te redden viel.'

Hier maakte de Brigade ook voor het eerst kennis met de V-1, door de laaghangende bewolking zag men het ronkende monster niet, maar toen het ronkende geluid ineens ophield, stortte het in een nabij gelegen woonwijk en richtte veel schade aan. Meermalen klonk door de luispreker:'Take cover, take cover please, doodle-bug (=sukkeltor, vanwege het fluitend geluid) coming this direction.'
Iedere militair kreeg behalve een zwemgordel, ook 24-uurs rantsoenen en Frans geld uitgereikt. Bovendien kreeg iedereen vijftig scherpe patronen voor zijn wapen uitgereikt; het werd menens.....

'Staan we daar op de kade te wachten om ons in te schepen, komt er een V1 aanzetten met een geluid van een oude motorfiets. Het was bewolkt dus we zagen 'm niet. Toen zijn motor ineens ophield, suisde hij naar beneden over ons hoofd heen de loods in. Die spatte finaal uit elkaar en de zinken platen zeilden door de lucht. 200 meter dichterbij en ze hadden heel de Brigade kunnen afschrijven....'

'Er waren twee contingenten Nederlanders aan boord van de Ocean Angel, de kwartiermakers en de versterkingstroepen. De laatsten waren min of meer per vergissing op het schip gekomen, maar toen ze er eenmaal waren kon zelfs de Engelse militaire commandant het niet over zijn hart verkrijgen zo'n stel enthousiastelingen terug te sturen.'

Dit 24-uurs rantsoen was ruim voldoende voor 14 man om in gedeelten te gebruiken. Elke militair kreeg zes liter water per dag. Daar moest je dan alles van doen: wassen en scheren, theezetten. Op het bijbehorende inklapbaar komfoortje werd de zgn. 'mess-tin' geplaatst. De vaste-brandstof-tablet werd in een kleine uitsparing van dit komfoortje geschoven. Als het was opgebrand was de maaltijd aan de kook. Niet eerder, maar ook niet later.
Voor één enkele divisie was 600 ton voedsel per dag nodig!

Ook werden voorbedrukte briefkaarten uitgereikt, welke naar het thuisfront konden worden verstuurd. Gekozen kon worden uit een 12-tal mededelingen: bijv. : Ik ben gezond, Ik word teruggestuurd naar de basis, Uw brief ontvangen. Alleen een kwestie van doorhalen.
Het thuisfront kon wel brieven naar de manschappen sturen. Het adres was dan: Royal Netherlands Brigade 'Princess Irene' B.L.A. (=British Land Army)

e
Alle manschappen kregen zgn. invasiegeld in coupures van 5 en 10 Franse francs. Men kon dit besteden in de veldkantines voor bijv. sigaretten, lucifers, scheermesjes, snoepwaren. Tevens in de veldpostkantoren. Meteen na de uitreiking hiervan werd het als inleg gebruikt bij pokerspelletjes. Het nog in bezit zijnde eigen Engelse geld, moest in bewaring worden afgegeven.


Op liberty ship Ocean Angel

'Gelukkig was de "Ocean Angel" geen echt troepenschip. Dat bespaarde er ons voor, slechts op voorgeschreven tijden een half uurtje aan dek lucht te mogen happen en verder in een muf en donker ruim te moeten slapen, rondhangen en kaarten. De voornaamste lading van het schip bestond uit een aantal lorries: wij waren min of meer de ballast. Een bijzonder goed gemutste ballast, die over meer dan voldoende "levensruimte" kon beschikken.'
'Op de Ocean Angel was vrijwel niets te doen: 's ochtends en 's middags was het verplicht rust - een merkwaardige militaire order, die wel aan de vergetelheid ontrukt mag worden. Twee keer per dag organiseerde wachtmeester Gras een voortreffelijke maaltijd op het dek, dat inderdaad  zo schoon werd gehouden, dat je ervan eten kon. Een Laskaar hield ons regelmatig bezig met een nummertje trekharmonicamuziek en daartussen door werd er gepokerd, geslapen en  niet te vergeten - menig doopceel gelicht van hen, die in Londen voor "autoriteit" konden doorgaan, maar naar de gangbare opinie "alleen door gebrek aan zwaartekracht naar boven waren gevallen.'

De inscheping vond plaats op verschillende tijdstippen en in verschillende schepen. De compagnie Aanvullingstroepen, w.o een detachement kwartiermakers en de Chef van Staf, embarkeerde al om 12.00 uur op 4 augustus in de Ocean Angel.

Op liberty ship Samvern   
Samvern nadert Franse kust
 
De laatste instructies...........    
 
Overladen van voertuigen van de Samvern in landingsvaartuigen. Links vrachtwagen van de Trein. Zij zullen in Courseulles sur Mer aan land gaan.

'Ik verkeerde in ons Liberty-schip met mijn maten benedendeks, waar iedereen een hangmat kreeg toegewezen. De stemming was er opperbest, maar het was er snikheet. We hingen er vier hoog. Erg lastig als je een keer niet zo fris voelde...'

'Toen ik terugkeek in de richting van Londen, zag ik een haag van sperballons boven de haven hangen.'

"Juist voordat we overstaken naar Normandië werden we toegesproken door 'Pa Lidth'. Hij begon zijn aanmoedigingsrede met de woorden: "Ik ben jaloerrrrrrssssss...op jullie' en gaf hierbij te kennen dat hijzelf graag zou willen meegaan om ons land te bevrijden, maar dat dit voor hem onmogelijk was. Meermalen op onze veldtocht kon je dan op hachelijke momenten horen: "Ik ben jaloerrrrrrs op jullie!"

Het Brigadestafkwartier, de verkenningsafdeling en de Batterij Artillerie werden op 4 augustus ingescheept op het Liberty ship Samvern. Dit waren vrachtschepen die in de VS in 24 dagen werden gebouwd volgens standaardontwerp: 135 mt. lang en 17,3 mt. breed.
Op zondagmorgen 6 augustus verlieten de Gevechtsgroepen 'het prikkeldraad' en gingen richting de Londense dokken. Opnieuw werd de brigade begroet met een V-1  die even later ontplofte in een havenloods. Op de valreep, hij was te laat ingelicht..., nam de minister van Oorlog Van Lidth de Jeune ('Pa Lidth')afscheid van de Brigade. Ter opbeuring beloofde hij dat "bij invaliditeit" goed voor de mannen zou worden gezorgd. Er bestonden hierover twijfels, daar de bepalingen van 1940 nog golden. De drie gevechtsgroepen werden op 6 augustus ingescheept in LST ("landing Ship, Tank = Amerikaanse landingsvaartuig) nr. 416, die daarna de Thames afvoer. Aan de monding hiervan, bevonden zich al heel veel schepen, waaronder de Samvern, en ging men voor anker.


'Terwijl wij langzaam langs de Engelse kust voeren, werd de scheepsradio aangezet en zong het BBC-koor de welbekende hymne: O God our help in ages past, our hope for years to come (Gij zijt, o heer, van de allervroegste jaren, voor ons geweest een toevlucht in gevaren) dat was heel toepasselijk en maakte veel indruk.'

'Tot ver aan de horizon zie je de witte schepen in de zon met vage rookpluimen hier en daar. Een paar M.T.B.'s komen ons met 40 mijlsvaart even voorbij schieten, een grote rechtopstaande kuif van water achter zich aan. De deining laat het schip op en neer gaan. De eerste beweging die ik eigenlijk in 't schip voel. Ineens zien we de kust en de invasiehaven. Honderden schepen liggen voor en achter het betonnen breakwater, dat zich bruingeel in 't water weerspiegelt. De zon staat laag en beschijnt een fantastisch tafereel. Een gehele haven is er gemaakt voor het kleine plaatsje Arromanches. Het dorpje zelf ligt in een dal  tussen de hoge en steile kustrotsen. Ik zie een drukte van jewelste in de haven en op de heuvels. Auto's, tanks, jeeps en "ducks" rijden af en aan. In de haven zelf schieten honderden van die "ducks" in en uit tussen de schepen, die mannetje aan mannetje aan de boeien gemeerd liggen, 't Is net een nest van mieren dat verstoord is. Boven dit alles hangen  ontelbare ballonnen om 't nest tegen luchtaanvallen te beschermen. In de lucht krioelt het van vliegtuigen die rondcirkelen of heel hoog een patrouille uitvoeren. Ze vliegen allemaal in V-formatie en vreselijk trots rond en vragen om een tegenstander maar die laat zich sinds D-Day niet zien. We blijven vannacht nog buiten Arromanches liggen, omdat de landingssteiger vol ligt. L.S.T. 408 met de Belgen en het vrachtschip "Ocean Angel " waarop de Recce en de Artillerie zijn, gaan naar binnen.'
Het afscheid van Engeland, de zeereis en de aankomst in Normandië leken achteraf op een onsamenhangende reeks hallucinaties. Eerst de feestelijke tocht naar Londen. De zon stond hoog aan de hemel. We konden nergens stoppen of de mensen kwamen uit hun huizen lopen met versnaperingen, sloffen sigaretten, gemberbier, gebak, snoepjes, chocolade.
In sommige dorpen, waar we niet stopten, juichte de bevolking ons enthousiast toe en wierp haar goede gaven in de trucks. Ze zagen het aan onze uitrusting: we waren op weg naar het front en ze sloofden zich uit om het ons de laatste weken van ons leven zo plezierig mogelijk te maken. Vlak bij de havens, in Eastend, was even tevoren een V-1 gevallen. We reden snel door volkomen vernielde straten, waar het stof nog tussen het puin hing. Mensen van de luchtbescherming waren koortsachtig aan het zoeken naar overlevenden, gewonden werden op brancards weggedragen. In enkele seconden was de ellende gepasseerd.
Volgende hallucinatie kort daarop: een laatste show voor de toekomstige frontsoldaten. Een machtige drumband, schetterende muziek, goochelaars, croonende juffrouwen, imitators, humoristen. De show werd gegeven in de buitenlucht. Gezeten tussen onze uitrustingsstukken slikten we ook deze begoocheling. Wie kan er in een oorlog kieskeurig zijn ? Hap-slik. Tijdens de organisatie van de chaos is het alleen maar mogelijk geleefd te worden. Chocoladerantsoen — we slikten. Amusement of een verwoest huizenblok — we keken. Aantreden — we gingen staan. Rust we gingen zitten. Licht uit — we gingen slapen. Een gamel met eten — we gingen in de rij staan. Gereedmaken voor vertrek — we hingen alles om.
De deuren aan de voorkant van het schip openden zich, een reusachtige vis met opengesperde muil. We reden met wagens en al de ingewanden binnen. Een lift bracht ons aan dek. We bleven zitten op onze trucks, ook toen we in volle zee waren. Er was ook geen plaats over om te zitten tussen de Bren carriers, de verkenningswagens, de trucks, het antitankgeschut.
In de nabijheid voeren nog drie andere schepen, maar van een konvooi was eigenlijk geen sprake. Soms schoof er een kruiser of torpedojager langs de horizon. Aan de mast van ons schip was een luidspreker bevestigd, die onafgebroken populaire muziek over de gladde, zonovergoten zee uitstrooide, een soort anti-gedateerde Radio Veronica uitstekende muziek als je de dood tegemoet vaart? Voor Bach-liefhebbers werd het sterven in elk geval niét lichter gemaakt. Ergens midden op zee hield de muziek op. Dat stemde menigeen tot nadenken.
 
's Avonds om 19.00 uur ging men, samen met de Belgische Brigade, onder bescherming van oorlogsschepen op weg naar de kust van Normandië. Iedereen was verplicht onder zijn battledress zijn zwemvest (schertsend Mae West genoemd, naar de rondborstige filmster uit die tijd) te dragen. Een Duits vliegtuig vloog hoog over en wierp lukraak enkele bommen af, die geen schade aanrichtten. Na een overtocht in prachtig weer kwam men op 7 augustus om 19.00 uur aan bij de Franse kust. 
Terug naar de inhoud