Bousch, L - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

Bousch, L

Erelijst gesneuvelden > Namenlijst slachtoffers Veldtocht
Achternaam: Bousch
Voornaam: Lambert
Voorletters: L
Rang: Sergeant
Mil. Onderdeel: Kon.Ned.Brig.Prinses Irene
Geboorteplaats: Düsseldorf-Eller
Geboortedatum: 29-04-1920
Overlijdensplaats: 's-Gravenhage
Overlijdensdatum: 16-08-1945  
Begraafplaats: Begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag
 
Vak:
Rij:     Graf is geruimd in 1955
Nummer:

Bron foto: Min. van Defensie

Lambert Bousch werd geboren op 29 april 1920 te Düsseldorf-Eller. Zijn ouders waren draaier Johann Lambert Bousch en Karoline "Erna" Ziegler en ze woonden op de Sturmstrasse 12 in Düsseldorf.

Lambert was van beroep elektrotechnisch monteur. Hij doorliep in Düsseldorf en Odenkirchen de lagere school. Op zijn veertiende jaar kwam hij bij zijn vader in de zaak, die een reparatiewerkplaats had en bleef daar werkzaam tot oktober 1937. Vervolgens werd zijn werkvergunning door de Duitsers ingetrokken als een represaillemaatregel inzake intrekking werkvergunning voor Duitsers in de Limburgse mijnen. Lambert vertrok toen naar Roermond waar hij een baantje kreeg bij een kennis van zijn vader. Helaas was er na drie maanden geen werk meer voor hem en ging hij weer terug naar Duitsland.

Op 10 juni 1938 vertrok hij naar Frankrijk om daar werk te zoeken, maar tekende op 21 juni 1938 al voor het Vreemdelingenlegioen onder nr. 77078.
Lambert kreeg zijn infanterieopleiding in Saida tot 4 december 1938 en werd op 21 december in Meknes gestationeerd bij het 2 Regt. Op 1 februari 1940 werd hij korporaal en werd op 16 november 1940 overgeplaatst naar het 3e Regiment te Khenifra. Op 1 december 1941 werd hij bevorderd tot korps-chef.
Op 26 december 1942 vertrok hij naar het front in Tunis. Hier werd hij op 1 mei 1943 bevorderd tot sergeant. Na afloop van de campagne ging hij terug naar het Depot in Sidi Bel Abbes.
Op 13 augustus 1943 werd Lambert ontslagen en naar het Nederlands Consulaat te Algiers gestuurd, alwaar hij op 4 september 1943 tekende voor de Koninklijke Landmacht. Hij werd tijdelijk ondergebracht in Camp Hippodrome en kreeg als rang tijdelijk sergeant en bleef tot 2 oktober 1943 daar 'om te werken'. Hij was toen 'al goed gezien' bij de Engelse officieren.
Op 26 oktober 1943 vertrok Lambert naar Engeland waar hij via omwegen op 6 november 1943 arrriveerde. Hij werd hier ingedeeld bij het Depot Nederlandsche Troepen. Op 15 november 1943 moest hij nog de gebruikelijke veiligheidscheck in Londen ondergaan.

Saillant detail: in februari 1944 werd een onderzoek naar de betrouwbaarheid van Bousch ingesteld, omdat hij in een brief had aangegeven spijt te hebben het Vreemdelingenlegioen te hebben verlaten en vond verder dat het Nederlandse Leger in Engeland niets voorstelde.
Tussen 27 april en 10 mei 1944 volgde Lambert een cursus Carrier Maintenance.
Op 29 juni 1944 kreeg hij zijn Nederlanderschap weer terug.
Lambert vertrok op 24 augustus 1944 met de Brigade naar Normandië. Hij kreeg op 2 september 1944 uit handen van de Brigade Commandant een tevredenheidsbetuiging "voor de vaardige wijze waarop hij een patrouille heeft geleid op 15 augustus 1944".

Ver na de bevrijding was Lambert nog steeds in dienst van de Brigade. Op 16 augustus 1945 om ongeveer 22.00 uur kreeg de gemeentepolitie van Den Haag een melding "dat bij de Javabrug een zwaargewonde militair was aangetroffen. Zijn fiets (of motor) was aan de achterzijde beschadigd. Hij was vermoedelijk aangereden en de betrokkenen zijn doorgereden, zonder zich iets van het slachtoffer aan te trekken." Uit papieren blijkt dat commandant P. van Herpenberg van Gevechtsgroep III de verloofde van Lambert, Marina Lobbezoo uit de Kanaalstraat 16 te Oost-Souburg bij Vlissingen, heeft laten ophalen.
Volgens de overlijdensakte ( aktenr. 1945/A3889 ) is Lambert in Den Haag overleden in het Militaire hospitaal aan de Fluwelenburgwal op 16 augustus 1945 (om 22:00) en niet op de 15e, zoals vaak vermeld. Dit overlijden is aangegeven op 21 augustus 1945 in Den Haag door Adder Arie Montfoort, 49 jaar, bedienaar.
Lambert is begraven op 22 augustus 1945 op grafnummer 138 op Begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag. Het graf is helaas geruimd. Het Algemeen huurgraf was voor een periode van tien jaar gehuurd. Hij was de 2e inliggende. Er konden in totaal vier personen in begraven worden, die verder geen familie van elkaar waren. Die graven bestaan tegenwoordig ook nog, alleen voor drie overledenen. Het is de goedkoopste vorm van begraven.
De webmaster doet nog nader onderzoek naar de naaste familie van deze legionair.

Met dank aan Min. van Defensie, Frank van de Velde,  Frans Janssen, kenner bij uitstek van het Vreemdelingenlegioen zie: http://www.kwaak99.demon.nl/
   
Terug naar de inhoud