Frinton, Dovercourt, Clacton - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

Frinton, Dovercourt, Clacton

Wolverhampton > Harwich Defences
In de loop van 1943 vormde zich onder generaal Montgomery het XXI Leger, dat was losgemaakt uit de zgn. Home Forces (Britse territoriale troepen). Zij bestond uit het 1e Canadese leger en het 2e Britse leger en was bestemd voor de invasie van het Europese vasteland. In juli 1943 werd de Irene Brigade bij deze legergroep ingedeeld. Bovendien werd op 15 juli generaal-majoor Phaff als Inspecteur Nederlandse Troepen (I.N.T) vervangen door de kolonel der mariniers M.R. de Bruyne.

    
Toespraak van Kolonel der mariniers M. R. de Bruyne bij zijn installatie op 15 juli 1943. Verwelkoming door hem van de mariniers

Veel mensen van de Landmacht hadden zich nog wel verzet tegen de benoeming van De Bruyne, omdat hij niet uit hun milieu afkomstig was. Maar het kabinet vond dat er binnen die geleding geen geschikte kandidaten waren.

De Brigade kreeg verdedigende taken toebedeeld en werd 29 september 1943 verplaatst naar de kust en maakte daar deel uit van de Harwich Defences, waarbij ook onderdelen van de Home Guard waren ingedeeld. Achtereenvolgens werd zij belast met de kustbewaking in Dovercourt tot 2 januari 1944, daarna in Frinton on Sea tot 10 april 1944 om vervolgens weer terug te keren  naar Dovercourt tot 29 juli 1944. Dit alles was nodig om de Brigade in de gelegenheid te stellen landingen te oefenen.
De Batterij artillerie voegde zich in september 1943 in Dovercourt ook bij de Brigade.

Brigademannen trainen o.l.v. Brits officier met een Bofor luchtafweergeschut

'De fysieke training was zeer zwaar. We moesten veel met boomstammen sjouwen. Er waren ook grote manoeuvres tegen de Belgen en Polen. Daarin moesten we o.a. schutterputjes graven, landingsoefeningen doen incl. rotsklimmen. Het was een spannende tijd...'
 
Oefenen van landingen op het strand met de Britse  marine omgeving Frinton on Sea       
 
      
Mobiele douches voor de militairen nabij Frinton on Sea                                                   

                              De gebruikelijke English tea

Oefenen nabij Frinton Sea

Tijdens de periode dat de Brigade was belast met de kustverdediging, werd de oefening van de niet aan de kust geplaatste onderdelen zo goed mogelijk voortgezet, met een bijzondere aandacht voor conditietrainingen. Voor het binnenhalen van de bietenoogst, nabij Harwich, werden begin oktober 1943, net als bij Britse onderdelen, acht weken lang dagelijks 175 man van de Brigade ingeschakeld. De militairen kregen als compensatie 2 shilling per man per dag. Dat was misschien niet erg veel, maar ze konden er in ieder geval een paar pinten van kopen in de pub.


Tijdens de periode dat de Brigade was belast met de kustverdediging, werd de oefening van de niet aan de kust geplaatste onderdelen zo goed mogelijk voortgezet, met een bijzondere aandacht voor conditietrainingen. Voor het binnenhalen van de bietenoogst, nabij Harwich, werden begin oktober  1943, net als bij Britse onderdelen, acht weken lang dagelijks 175 man van de Brigade ingeschakeld. De militairen kregen als compensatie 2 shilling per man per dag. Dat was misschien niet erg veel, maar ze konden er in ieder geval een paar pinten van kopen in de pub.
 

Frinton on Sea                                                                                                            

Dovercourt met het strandpaviljoen Phoenix

The Waterfront in Dovercourt was eigenlijk de belangrijkste buurt. De leegstaande huizen aan deze boulevard dienden als 'billets' voor de militairen. De kachels werden gestookt met kolen en aangespoeld hout. Een Nissenhut op een kwartiertje loopafstand fungeerde als eetzaal. Op het strand stond een houten paviljoen met waranda's: 'Phoenix'. Deze werd door de Brigade gehuurd als ontspanningsruimte voor de manschappen. Eens in de veertien dagen werd er een 'dance' georganiseerd.

Manschappen marcheren eind 1943 door Dovercourt

In Dovercourt, waar Prins Bernhard op 1 november 1943 de manschappen een bezoek bracht, was het vrijwel dag en nacht luchtalarm. Er werd  een brigade-order uitgevaardigd, waarin een omschrijving stond van plaatsen waar de mannen zich wel en niet mochten bevinden. Sleeping-out-passes werden niet meer verleend, maar daarentegen mochten gehuwde militairen hun echtgenotes voor veertien dagen laten overkomen.
Door de vele veldoefeningen werden er zeer lange dagen gemaakt. Deze oefeningen waren soms wel erg realistisch gezien het aantal gewonden:
  • Kapitein Haitink werd door arm en en hoofd geschoten en moest een oog missen.
  • Wachtmeester Schimmel moest eveneens een oog missen.
  • Wachtmeester Pot werd met twee Engelse militairen gedood door een in de loop ontplofte mortiergranaat  


  • Op 1 december 1943 vertrok gevechtsgroep II naar Clacton-on-Sea, om daar landingsoefeningen te houden, speciaal voor brengun-carriers en motorvoertuigen. Deze oefeningen werden regelmatig herhaald. Op 11 december 1943 keerden ze weer terug naar Harwich, om daar de kustbewaking weer op zich te nemen.
    Door overplaatsing van minder geschikte militairen, bestond op 31 januari 1944 de Brigade uit 59 officieren, 230 onderofficieren en 1008 korporaals en soldaten. Het bleek niet mogelijk het aantal infanteriepelotons tot het minimum van drie op te voeren en de specialistenonderdelen op voldoende sterkte te brengen, vandaar dat men er in begin 1944 toe overging de 2e Gevechtsgroep te verdelen over de beide andere. Die gingen toen uit drie infanteriepelotons bestaan.

    Klik hier voor de herinneringen van Frans Hummelman aan o.a. de periode Dovercourt.

    Een Britse liaisonofficier berichtte eind 1943 aan aan zijn chef: ' It's not visualised that the Brigade will be used, as such, in cooperation with a British formation in a major attack in a dependent role against strong oposition. The average age is app. 32 years. Some of the men are not physically capable of the same indurance as British fieldforce units. Drivers and administration personel are low-category men. One of the reasons for carrying the rifleplatoons in lorries is to assure in putting men in action fresh.' Kortom: geen slecht onderdeel, maar numeriek te zwak om als eenheid zinnig te kunnen worden ingezet. Voor deelname aan een invasie in West-Europa stelde men  van Britse zijde echter de eis, dat de Brigade over tenminste drie volledige  gevechtsgroepen moest beschikken. De I.N.T-kolonel De Bruyne kwam toen met het voorstel de IIe gevechtsgroep aan te vullen met mariniers. Deze werden in de VS in kamp Lejeune in North-Carolina opgeleid, op Amerikaanse wijze en met Amerikaanse bewapening en uitrusting. Het zou de kerngroep worden van een na de bevrijding van Nederland op te richten mariniersbrigade, die daarna zou deelnemen aan operaties in Nederlands Indië tegen de Japanners.  

  • Terug naar de inhoud