J.W. Vermaas - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

J.W. Vermaas

Erelijst gesneuvelden > Namenlijst slachtoffers Suriname
Achternaam: Vermaas
Voornamen: Jan Willem
Voorletters: J.W.
Rang: Res.1e Lt.
Mil. onderdeel: Kon.Ned.Brig.Prinses Irene
Geboorteplaats: Oud-Beijerland
Geboortedatum: 27-01-1917
Overlijdensplaats: Moengo, Marowijnerivier, Suriname
Overlijdensdatum: 02-07-1942
Begraafplaats: Nederlands ereveld Loenen
Gemeente Apeldoorn (ereveld)
Provincie: Gelderland
Land: Nederland
Vak: D
Nummer: 486
Bron foto grafsteen: OGS

De ouders van Jan-Willem waren de uit Westmaas afkomstige hoofdonderwijzer Cornelis Vermaas (1887-1961) en Justina Aufderheijde (1887-1952) uit Rotterdam. Ze trouwden in 1913 in Rotterdam en woonden daar op de Randweg 114a. Ze kregen samen vijf kinderen:
Neeltje (1914-1994), ongehuwd, woonde op de Jan Ligthartstraat 84 in Rotterdam
Jan Willem (*1917-1942)
Cornelis (1919-1972), was muziekdocent en trouwde in 1940 met Kuiniertje de Waard (1919-2012), emigreerde in 1950 naar Zuid-Afrika. Overleed in Pretoria.
Justus (1920-1998), dominee en getrouwd met Maria "Rie" Antje Kruithof (1917-1995), kinderloos, woonde ook in Rotterdam
Pieter "Piet" Jacob (1923-2013), getrouwd met Nel Baart (1927-2005), kregen samen een dochter, woonde in Utrecht

Jan-Willem groeide op in Rotterdam-Zuid in de buurt van de Maranathakerk.
Jan Willem was onderwijzer van beroep. Hij was toen de oorlog uitbrak reserve 1e Luitenant bij het 3 Regiment Infanterie in de Peel. Via Antwerpen, Zeeuw-Vaanderen naar Frankrijk gevlucht en daar overgestoken naar het Verenigd Koninkrijkwaar hij op 11 juni 1940 aankwam. Hier sloot hij zich in Porthcawl aan bij de voorloper van de Prinses Irene Brigade.
In zijn periode in Wrottesley Park in Wolverhampton gaf hij zich vrijwillig op voor het zgn. Suriname detachement en vertrok op 13 oktober 1941 naar Suriname.

Een rapport van 31 juli 1942 van Gouveneur Kielstra van Suriname vermeldt het volgende:
 
"Op 1 juli 1942 te 6.00 uur vertrok de reserve Luitenant J.N. VERMAAS, van het Detachement in Suriname der Koninklijke Nederlandsche Brigade Prinses Irene", gelegerd te Albina in het district Marowijne, met een klein detachement ter sterkte van één sergeant, één schutter-brigadier en vijf schutters-man­schappen op patrouille van Albina naar de Wanekreek, tot het nagaan van enige bospaden.
 
De dag daarop werd te 14.50 uur de Marowijne-rivier bereikt, ongeveer 1600 ten zuiden van de post Wanekreek. De sergeant en een soldaat werd opgedragen zich met een ter plaatse bevindende korjaal naar Post Wanekreek te begeven, teneinde voeding te regelen en de aldaar aanwezige buitenboordmotorboot te zenden tot het afhalen der patrouille. Deze boot, welke een platte bodem heeft en in kalm water plaats biedt aan ongeveer zeven personen, kwam met een bezetting van twee man spoedig aan op de plaats waar de patrouille zich bevond. De Luitenant VERMAAS tezamen met de overige vijf man gingen, nadat de motorist erop opmerk­zaam had gemaakt, dat de boot overbelast werd, in de boot, waardoor de totale bezetting op acht personen kwam. Aangezien het varen langs de oever te gevaarlijk was wegens de vele klippen, was men gedwongen om ongeveer 200 m. uit de oever af te varen.
 
Inmiddels was de vloed opgekomen en was er enige deining. Hierdoor werden sommige inzittenden zenuwachtig, stonden op en schreeuwden om terug te koersen naar de oever. De Lt. VERMAAS trachtte hen te kalmeren, terwijl de motorist van richting veranderde om de oever te bereiken. Door een dwarse golfslag schepte de boot veel water en kwam er een grote golf in de boot, waardoor deze begon te zinken. Er ontstond een paniek en allen sprongen over boord. De Lt. VERMAAS, die niet kon zwemmen en drie man klemden zich vast aan de boot, die inmiddels omgekeerd in het water dreef, terwijl de infanteristschutter KIEZEL en fuselier EMANS twee anderen in veiligheid brachten.
 
Ten gevolge van het onstuimige water zijn de Lt. VERMAAS, brigadier RIJKAARD en fuselier GESSER toen van de boot afgespoeld en verdronken. De andere militair wist zich vast te houden en werd even later gered.
 
Op 4 Juli 1942 om ongeveer 8.00 uur zijn de drie lijken gevonden en door de sergeant opvolger patrouille-commandant herkend als zijnde de stoffelijk overschotten van resp. wijlen Lt. VERMAAS, brigadier RIJKAARD en fuselier GESSER. De districts-geneesheer J.A.F. RAATGEVER, die de lijkschouwing verrichtte, verklaarde dood door verdrinking en geen sporen van gewelddaad aanwezig. De stoffelijke overschotten zijn daarna naar Moengo vervoerd, alwaar zij dezelfde dag met militaire eer door manschappen van het Amerikaanse leger zijn begraven. "

Het 1e graf van Jan-Willem in Moengo

De familie van Jan Willem werd op 8 juli 1942 door het Rode Kruis ingelicht van zijn overlijden.
      
De familie van één van de geredde Surinaamse militairen heeft tot de herbegraving in december 1978 voor het graf van Jan-Willem gezorgd. Toen werd zijn stoffelijk overschot naar de Erebegraafplaats in Loenen overgebracht.

Met dank aan Frans Janssen
Terug naar de inhoud