Legionairs in Brigade - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

Legionairs in Brigade

Wolverhampton > Legionairs bij Brigade
Door Willem Antonisse,  Rotterdam

De lange weg  van vreemdelingenlegioen naar Prinses Irene Brigade.  Ik zal niet  ingaan op ervaringen, wederwaardigheden, of gevechten. Dan zou het namelijk een boek worden.
Op 7 februari 1939 tekende ik in Parijs voor vijf jaar bij het vreemdelingen legioen. Alvorens verder te gaan wil ik eerst een paar misverstanden uit de weg ruimen:
1 Er wordt niet geronseld, het aanbod is groter dan de vraag, de sterkte was toen plusminus  10.000 man.
2 Niemand wordt verplicht naam of nationaliteit te veranderen, (mag wel).
3 Er wordt verondersteld dat men iets op zijn geweten moet hebben om daar naar toe te gaan. (er zijn uitzonderingen, maar zó weinig dat die te verwaarlozen zijn)

In 1939 bestond  het legioen uit 80% politieke vluchtelingen. Namelijk Spanjaarden vanwege Franco, Duitsers (Hitler), Italianen (Musolini). De rest bestond uit avonturiers,  zoals ikzelf.
Na een harde  opleiding van 4 maanden in Salda (Algerije), volgden ong. 3 maanden  woestijndienst in Marokko.
Begin september  1939, bij het uitbreken van W0II werden ons Bataljon naar Frankrijk gezonden. In juni 1940 was wel  duidelijk hoe de afloop zou zijn. We kregen opdracht, hoe dan ook naar  Noord-Afrika terug te gaan, dus trokken we richting Marseille waar we een koopvaardijschip "leenden" en de bemanning de "raad" gaven ons naar Oran te  varen. Ze waren bang voor de Italiaanse Marine, maar die hebben we niet gezien.
Eenmaal in Oran  werden al snel onze mensen naar de Spaans-Marokkaanse grens gestuurd, waar we  ons ingroeven in verband met mogelijk Spaanse deelname aan de oorlog; op enkele  incidenten na was het daar een saaie boel. Gelukkig kregen  we de opdracht ons bij een groep vrije Fransen te voegen, die samen met de  Britten tegen de Italianen vochten. Het was toen oktober 1940. Dat werd een  voettocht van 2 a 3 duizend km. door de Sahara en Libische woestijn. Ik was toen korporaal. Ik wil die tocht met één woord afdoen: verschrikkelijk!

Begin januari 1941, dus 3 maanden later, braken we door de Italiaanse linies en maakten bij  Sidi Barani contact met de Britten. Die zonden ons een maand op rust in de  nabijheid van Alexandrië. In die tijd werden we ook voorzien van modern  materieel en wapens.
In april-mei 1941 kregen we behalve met de Italianen ook met Duitsers te maken en werd de strijd ook grimmiger tot eind 1942 (ik was toen sergeant).
Begin november  1942 begon de opmars van 2.500 km die in mei 1943 in Tunesië zou eindigen.
Nadat de  nederlaag van de AS-mogendheden een werkelijk feit was geworden, werd de rest  van onze afdeling (zo'n 50 man waren er over van de 800 waar we in 1939 mee  waren begonnen) naar het hoofdkwartier in Sidi-Bel-Abis (Algerije) gezonden. Daar bleef ik  tot 7-2-44, mijn vijf jaren waren voorbij en ik vervoegde mij bij het Nederlandse  Consulaat in Algiers. Daar heb ik mij aangemeld voor de Prinses Irene Brigade en  kwam uiteindelijk in Dovercourt terecht bij de 3e Unit.
Hoe we via  Frankrijk en België tenslotte in Den Haag kwamen weet iedereen, dus eindigt hier mijn verhaal.

Bij de werving van de legionairs zou hen beloofd zijn dat zij in Engeland hun Nederlanderschap zouden terugkrijgen, waardoor zij dit gevreesde legioen de rug toekeerden. Dit gebeurde na veel aandringen in juli 1944.

Terug naar de inhoud