Maidenhead - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

Maidenhead

Wolverhampton > Overplaatsing naar Londen
Herinneringen aan Maidenhead


De heer Vermeulen (r.) met het borduurwerk voor H.M. Koningin Wilhelmina

Portier T. W. Vermeulen(hoofdkantoor) was in oorlogstijd lid van het bewakingskorps van H.M. Koningin Wilhelmina

Toen de heer T. W. Vermeulen (52, lid bewakingsdienst hoofdkantoor Unilever) in mei 1940 in Oudenbosch als marechaussee op zijn fiets stapte, om met zijn collega's zuidwaarts uit te wijken voor het naderend geweld, begon een avontuur dat eerst in het voorjaar van 1946 zijn afsluiting vond, toen hij heelhuids bij zijn familie terug­kwam. Heelhuids — maar toen hij in Nieuwersluis wilde deelnemen aan de eerste na­oorlogse verkiezing, kreeg hij geen oproep en wilde men hem eerst niet toelaten tot de stemming. Hij stond te boek als vermist! Half juni kwam de groep waarbij marechaussee Vermeulen was, via Brest in Engeland, in Porthcawl (Zuid-Wales) aan. Hij belandde bij de Prinses Irene-brigade en maakte, als saxofonist, ruim een jaar deel uit van het muziekkorps van deze brigade. Ook gaf hij de eerste tijd in Engeland les in Engels aan groepen collega's. Dat laatste was wel nodig.„Een vriend van me wilde, toen we net in Engeland waren, een keer in de stad gaan eten, maar kende nog geen woord Engels. „Zeg maar fish and chips," zei ik. Dat deed hij. Een paar dagen later wilde die zelfde knaap weer uit eten in de stad. „Maar nu graag eens wat anders," zei hij. „Zeg maar roastbeef," zei ik. „Roastbeef," vroeg hij in het restaurant. „Fat or not?" (vet of niet?) vroeg de dienster. „Fish and chips," antwoordde die knaap.


Muziekkorps op de trappen van St. Paul's in Londen

Naar Maidenhead
Later, eind 1941, werd de heer Vermeulen uitgekozen tot lid van het zestig man sterke korps, belast met de bewaking van H.M. Koningin Wilhelmina in haar landhuis Stubbings bij Maidenhead, 75 km buiten Londen.

Men verrichtte de bewakingsdiensten in drie ploegen van twintig man. Daarbij werd ook kampwacht gedaan, ter bewaking van vitale goederen, die waren opgeslagen bij het tehuis waarin de manschappen waren ondergebracht (zoals een voorraad in Engeland geslagen zilvergeld, die na de bevrijding in circulatie werd gebracht).
Later verhuisde de koningin naar South Mimms, waar haar huis door een zwerfbom werd getroffen en helaas twee leden van het bewakingspersoneel omkwamen. In de laatste periode, toen de verbinding met Londen door de V1's ernstig werd bemoeilijkt, verrichtte de heer Vermeulen ook anderhalf jaar ordonnansdiensten voor Hare Majesteit.
 „Een dappere vrouw"
„Een dappere vrouw," zo vat de heer Vermeulen zijn mening over koningin Wilhelmina samen.
„We mochten haar nergens mee helpen, tenzij er uitdrukkelijk door haar om werd gevraagd. De koningin maakte vaak wandelin­gen in de omgeving en dan ging het dwars door de weilanden rondom Stubbings. Daar zijn hekjes tussen de weiden, met een op- of afstapje, maar die „nam" ze altijd zelf, daar wilde ze beslist niet bij geholpen worden." In de kantine van de bewakingsdienst werd ook kerkdienst gehouden. Koningin Wilhelmina woonde deze diensten altijd bij. Volgens haar aanwijzing zat ze dan niet vooraan, maar zaten drie functionarissen voor haar: adjudant De Ruisscher, een wachtmeester en een marechaussee. Meermalen was deze laatste de heer Vermeulen, die op een na de oudste in dienstjaren was.
 20.000 kruissteken
Marechaussee Vermeulen had - voor een man - een merkwaardige hobby: hij borduurde. Tijdens de nachtelijke wachturen bij de telefoon maakte hij tableaus in kruissteken. Hij gebruikte daar­bij tekeningen uit Vrij Nederland, zoals het hierbij afgebeelde. Een borduurwerk van bijzonder formaat (ongeveer 30 x 50 cm) bood hij aan koningin Wilhelmina aan, die vol respect was voor deze prestatie. „Ze wilde weten hoeveel kruissteken erin waren verwerkt (circa 20.000) en verzekerde, dat het later een plaats in een van haar paleis­vertrekken zou krijgen."  

Een ander staaltje van borduurwerkkunst van de heer Vermeulen

Haar geheugen was enorm. Toen ze ons in 1948, bij de onthulling van een monument in Apeldoorn, voor het eerst weer ont­moette, kende ze ons allen precies bij naam en vroeg ze zeer belangstellend hoe we onze familie in het vaderland weer hadden aangetroffen."
Ook voor Z.K.H. Prins Bernhard maakte de heer Vermeulen een borduurwerk, een papegaai, zittend op een vinger, het embleem van het Nederlandse Fighting Squadron. „Toevallig heb ik later gehoord dat de prins het in zijn werkkamer op Soestdijk had hangen."

Eerste hulp
Maar portier Vermeulen bezit ook nog heel andere kwaliteiten, die hem in zijn. tegenwoordige werk (hij kwam in de herfst van 1960 bij Unilever) bij onverwachte omstandigheden goed van pas kunnen komen: hij is secondant (vervangend groepscom­mandant) bij het Nederlandsche Roode Kruis. Ook zijn vrouw - die hij in oorlogstijd in Engeland leerde kennen ("Je hoort aan haar spreken niet meer dat ze Engelse is")  heeft haar hart aan het rode-kruiswerk verpand. De heer Vermeulen is donor, bezit diverse diploma's - ook het E.H.I.0.-diploma. Hij treedt op als helper bij sportwed­strijden en dergelijke (10 april bofte hij, want hij moest helper zijn in het Feijenoord-stadion), verzamelt postzegels voor het jeugd-Rode Kruis en voer mee met een Rode Kruisschip op een vakantietocht van chronisch invaliden.

 „Zet er maar een M in"
Het gesprek voert terug naar zijn bijzondere herinneringen uit oorlogstijd. 
„Wanneer we telefonisch moesten melden dat Hare Majesteit ergens vandaan was ver­trokken, gebruikten we nooit haar naam over de lijn. Weet u wat we dan zeiden? Er werd altijd gezegd: Moeder is vertrokken." „Moeder is vertrokken" - het tekent de gevoelens die de manschappen koesterden voor de vrouw wier bewaking hun was opgedragen.
Januari 1943. Een blij bericht in een donkere tijd. „Er is een prinsesje in Canada geboren!" De naam was toen nog niet bekend. In de kantine van het bewakingspersoneel is marechaussee Vermeulen bezig de eenvoudige ruimte te versieren. Een krans (binnenwerks: een fietsband!), die met het kerstfeest een lichtkroon was geweest, hangt hij nu verticaal. Links en rechts be­vestigt hij een J en een B. In het midden moet de voorletter van het prinsesje komen. De heer Vermeulen hangt er een vraagteken in, tot de naam bekend is. Plotseling komt de koningin binnen. „U maakt het mooi hier, maar wat betekent dat vraagteken?" Marechaussee Vermeulen licht de vorstin het geval toe. „Zet u er maar een M in. Ze heet Margriet!" ,,Meneer, zo was ik de eerste die wist hoe de nieuwe prinses heette! Die dingen vergeet je van zijn leven niet!"
Er arriveert een auto voor het hek aan de Wytemaweg en portier Vermeulen gaat de loge uit, om de papieren te controleren en de auto door te laten. En daarmee zijn we terug in het werk en de plichten van nu, van de mannen van de bewakingsdienst van het hoofdkantoor van Unilever. Doch dat is een verhaal apart. H.M.B.
 
Bron: Personeelsblad van Unilever 1961
Terug naar de inhoud