Morel, P.F - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

Morel, P.F

Erelijst gesneuvelden > Namenlijst slachtoffers Veldtocht
Achternaam: Morel
Voornaam: Paulus Franciscus "Frans"
Voorletters: P.F.
Rang: Sold.
Mil. Onderdeel: Kon.Ned.Brig.Prinses Irene
Geboorteplaats: Den Haag
Geboortedatum: 19-03-1918
Overlijdensplaats: Hedel
Overlijdensdatum: 25-04-1945  
Begraafplaats: Gem. Begraafplaats a/d Kerkhoflaan te Den Haag
Gemeente: 's-Gravenhage
Provincie: Zuid-Holland
Land: Nederland
Vak: Graf is geruimd
Rij:  
Nummer:  
Gedenkboek: 43   

De ouders van Frans waren chauffeur Hendrik Jacobus Morel (1888-1954) en Maria Johanna Willems (1891-1921) uit Den Haag. Ze trouwden daar op 10 juli 1912 en kregen tot het plotselinge overlijden van Maria in 1921 de volgende vier kinderen:
  • Hendrik Jacobus (*1913),
  • Maria Johanna (*1914),
  • Huibertje Wilhelmina "Beppie" (1916-1994)
  • Paulus Franciscus (1918-1945)

Na het overlijden van zijn eerste vrouw trouwde Hendrik Jacobus Morel in 1926 met Wilhelmina Allegonda Catharina Everdina Pico (*1901). Zij kregen samen zeven kinderen:
  • Bartha Maria (*1926), getrouwd met Hans Stroeve
  • Cornelia Simonia (1928-?)
    , getrouwd met John Faber

  • Wilhelmina Margaretha Maria (1931-2007), getrouwd met Hendrikus Johannes Lunenburg
  • NN (1933-1933)
  • Hendrika Jacoba (*1935), getrouwd met Adolphe Louis Abalain (1929-1985)
  • Cornelis Simon Petrus (*1938)
  • Bernhard (*1942).
Het gezin woonde toen aan de Rhenenstraat in Den Haag.

Paul verbleef jaren in een weeshuis, maar woonde vanaf 1933/1934 weer kort bij zijn vader en stiefmoeder. Vervolgens werd hij eind 1934 ondergebracht bij het Rijksopvoedingsgesticht in Doetinchem.

Paul was kok van beroep, was getrouwd met Gerritje Zaal (1915-1991) en woonde in Rotterdam op Ridderspoorstraat 9b. Hij had een fors postuur, 1.85 cm. lang, donker bruin haar, granaatscherf in zijn heup en was aan pols gewond geraakt, waardoor de hand enigszins stijf was.
Paul was als krijgsgevangene (POW) op 17 oktober 1944 in Engeland aangekomen. Vermoedelijk heeft hij voor de Arbeitseinsatz in West-Frankrijk voor Organsation Todt gewerkt en bunkers voor de 'Atlantic Wall' gebouwd. In juni 1944 heeft hij wellicht kans gezien te ontkomen en zich aangemeld bij de geallieerden en is vervolgens overgebracht naar het Verenigd Koninkrijk.

Frans tijdens zijn opleiding (Bron foto A. Morel)

Op 30 november 1944 werd hij naar de Aanvullingstroepen in Wolverhampton gestuurd voor een korte opleiding en op 13 december 1944 overgeplaatst naar de Brigade. Hij vertrok toen meteen uit Engeland en kwam twee dagen later aan in Frankrijk. Op 27 januari 1945 kwam hij bij de Brigade reservetroepen terecht en werd twee maanden later bij Gevechtsunit I geplaatst.

In de laatste fase van de oorlog, eind april 1945, bevond Paul zich met de Prinses Irene Brigade tegenover Hedel in een oud fort Crêvecoeur. Het aanvalsplan Operatie Orange behelsde het volgende: 'de Irene Brigade moest bij bij Hedel de Maas oversteken, dat gebied consolideren en optrekken richting Kerkdriel; de Engelsen zouden hetzelfde doen bij Alem, ook naar Kerkdriel gaan en samen met de Nederlanders een bruggenhoofd vormen dat als opstap zou dienen om verder noordwaarts te trekken en de brug bij Zaltbommel te veroveren.' Op 22 april om middernacht 24.00 uur ging deze operatie van start.

Tijdens het verloop van de gevechten gebeurde op 25 april 1945 het volgende:
De pelotonscommandopost (boerderij De Woerd) van luitenant Rueb was bijna door de Duitsers overlopen. Ze zaten al in de tuin en hadden zich in de gebouwen achter de boerderij verschanst. Toch wist luitenant De Roos de post te bereiken.'Via e veldtelefoon meldde hij de majoor: "Ik zit hier, stuur direct versterking anders ben ik het kwijt !" De toestand is kritiek!'
Een hevige vuurstoot had de 2 inch mortier van het peloton buiten gevecht gesteld. Twee mannen raakten zwaargewond. Eén van hen werd door Rueb en korporaal Tiemersma naar binnen gedragen. De andere, soldaat Van Veenendaal, zou de volgende dag aan zijn verwondingen bezwijken. Sergeant Germans rende de boerderij binnen om hulp te vragen voor zijn 2de sectie. Door een kogel werd hij van achteren getroffen en zakte naast zijn pelotonscommandant in elkaar. Hij was op slag dood.
Verbeten probeerden de luitenants De Roos en Rueb met handgranaten en vuur uit hun stenguns, de vijand uit de boerderij te houden. Toen zette het derde peloton van sergeant-majoor Huizinga net op tijd de aanval in. De hulp kwam echter te laat voor de soldaten Kamp en de 27-jarige Paul Morel. Deze twee mannen van het vierde peloton waren toen al gesneuveld. (zie voor vervolg verslag bij "Hedel", elders op deze website.)

1e Graf van Morel en Kamp in Hedel (Bron: OGS)

Deze oorkonde kregen de ouders van Frans in 1952 toegestuurd door het Min. van Oorlog (Bron: A. Morel)

Paul was tot oktober 1946 in Hedel begraven en werd toen herbegraven op de Alg. Begraafplaats aan de Kerkhoflaan in Den Haag. Vreemd genoeg met drie andere burgers in één graf. In 1957 gaf zijn familie toestemming om de stoffelijke resten te laten herbegraven op het Ereveld Loenen. Helaas konden zijn stoffelijke resten toen niet meer worden geïdentificeerd en heeft hij daardoor nooit een grafsteen van de Oorlogsgravenstichting gekregen.

Zijn vrouw, Gerritje Zaal, woonachtig op Ridderspoorstraat 9b in Rotterdam, werd op 2 mei 1945 door de burgemeester van Rotterdam ingelicht over Paul's overlijden. Zij hertrouwde op 5 september 1951 met Rotterdammer Willem Huizer (1908-1991) en hadden samen een pleegkind.

Met dank voor de foto's aan Edwin Abalain en Alexander Morel

Terug naar de inhoud