2012 - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

2012

Laatste nieuws
September 2012

Een interview met de jongste ‘veteraan’ van de Prinses Irene Brigade

Op de meeste festiviteiten van de Prinses Irene Brigade is hij steevast aanwezig, de goedlachse Brabander Theo van Liempt. Tijdens een praatje met hem op de reünie van de VOSKNBPI in 2011, kwam de webmaster Richard van de Velde erachter dat Theo op zijn 16e jaar al bij de Irenebrigade terecht kwam. Daar moet toch wel een verhaal achter zitten.

Theo van Liempt werd geboren op 22 mei 1928 in Vlokhoven, een wijk in het noorden van het Eindhovense Woensel. Zijn ouders waren de Rotterdammer Petrus van Liempt en uit Kerkdriel afkomstige Wilhelmina Terheijden. Zij kregen samen tien kinderen:


v.l.n.r. Theo, Wim, Jan, Annie, Maria, Jozef, Jo, Frans, Cor en Toos.

Theo woonde  in 1942 nog met zijn twee zussen Cor en Maria en zijn twee broers Wim en Jan bij zijn ouders thuis op de Woenselsestraat 105.

Op 28 augustus 1942 stortte rond 0.30 uur een vliegtuig komend uit noordoostelijke richting brandend neer in deze Woenselsestraat, tussen de Beekstraat en de Eckartse Heiweg.

Het betrof een Wellington IV, met serienr. Z1245 (code SM-D), die deel uitmaakte van een Poolse bommenwerper eenheid van de RAF: het 305 (Wielkopolska) Squadron Royal Air Force, Ziemia Wielpolska (Land van Groot- Polen).
De Poolse bemanning bestond uit:
Sgt. Jan Pytlak, piloot; (geb. 16.1.1918 te Szamotułach, nabij Poznań)
F/Lt Antoni KIEWNARSKI, navigator;( geboren op 26 januari 1899 in Moskou)
F/Sgt Feliks GAWLAK, marconist; (geb. 15 mei 1918 te Kaczanowo)
Sgt Jozef JANIK, achter boordschutter; (geb. 6.1.1914 Brzostek p Jasło) .
Sgt. Tadeuz  Frankowski; (geb. 2-8-1920) bombardier en voorste boordschutter



Deze foto van No. 305 Polish Bomber Squadron is genomen in 1942 op vliegveld Cammeringham in Lincolnshire. Het squadron poseert voor een Vickers Wellington bommenwerper.
Het vliegtuig was 27 augustus 1942 om 20.45 uur  vertrokken van hun basis in Cammeringham (Ingham) in het Engelse Lincolnshire en op weg voor een bombardement  op de Henschel- vliegtuigfabrieken in KasseI, maar het doel werd niet bereikt en ze vlogen toen naar Münster. Op de  terugweg werden ze beschoten door een Duitse nachtjager. Boven Eindhoven probeerde Piloot Pytlak waarschijnlijk zijn aangeschoten ‘kist’ nog buiten de stad aan de grond te krijgen, maar dat lukte helaas net niet meer , zodat de bemanning  gedwongen was uit het vliegtuig te springen.  Dit lukte Kiewnarski, de navigator, en frontschutter Sgt. Frankowski. Het vliegtuig boorde zich rond half een in de nacht van 27 op 28 augustus in Woenselsestraat 101 van de familie Renders in de wijk Vlokhoven te Eindhoven. Het staartstuk van het vliegtuig sloeg echter ook de hele bovenverdieping weg  van huisnummer 103 en 105, van de familie Van Liempt. Hierbij kwamen de beide ouders van Theo en zijn twee zusters, die boven lagen te slapen, om het leven: Petrus van Liempt, geb. 17-08-1883, Wilhelmina van Liempt-Terheijden, geb. 06-09-1886 en hun kinderen Catharina, geb. 17-10-1911 en Maria, geb.13-10-1919. Ook de 13-jarige W. Renders , een buurjongen van Theo, vond hierbij de dood.
 
 


Op deze foto de resten van de woningen op nr 103 (Abels) en 105 (Van Liempt).

Bij de crash sprongen de benzinetanks van het vliegtuig uiteen en veroorzaakten één grote vuurzee, wat tot gevolg had dat veel huizen onmiddellijk in vuur en vlam stonden. Op de straat lagen overal onderdelen van vleugels, landingsgestel , motoren en attributen van de bewapening. Tevens waren er veel sporen van fosfor, welke steeds lichtverschijnselen vertoonden.
Door de crash was de gemeentelijke waterleiding defect geraakt, waardoor er voor de bluswerkzaamheden geen druk in de leiding overbleef. De brandweercommandant kwam toen op het idee om de zuigbuis rechtstreeks aan te sluiten op de standpijp. Dat had het gewenste effect en ruim twee uur later was de brand meester.
Er waren ook 17 (zwaar)gewonden, w.o. Theo en Wim die, doordat zij uit het brandende huis sprongen, hun benen hadden verbrand.
Tien huizen waren ingestort en totaal uitgebrand en nog eens 10 huizen zwaar beschadigd.

  
De nog aan boord zijnde bemanningsleden eerste piloot Kpl. Jan Pytlak, schutter Sgt. Jozef Janik en marconist Sgt. Feliks Gawlak werden later verkoold tussen de wrakstukken van het vliegtuig gevonden. Ze werden begraven op de begraafplaats De Oude Toren te Woensel in Eindhoven.

F/Lt Kiewnarski werd  krijgsgevangen gemaakt, toen hij met zijn parachute neerkwam nabij Nederwetten. Amateurhistoricus Foppe de Lang uit Nuenen kwam via archiefstukken het volgende daarover aan de weet:
“Op 28 augustus 1942 omstreeks half één in de nacht zagen wachtmeester Karel Schiltmans en marechaussee opsporingsambtenaar Franciscus Derks dat er ten zuiden van de H. Lambertuskerk te Nederwetten in een weide langs de weg Nederwetten-Woensel, een valscherm daalde. Bij nader onderzoek vonden ze in het weiland een geopende parachute, een gordel, een vliegerkap en een dameskous, vermoedelijk afkomstig van een daar gelande parachutist. Wat de bedoeling van die dameskous was, is onduidelijk. Mogelijk een souvenir van zijn vrouw of vriendin. Van Duitsers is bekend dat deze dameskousen bij zich hadden als 'Liebesgabe'.

Op diezelfde dag omstreeks acht uur 's morgens troffen wachtmeester van de marechaussee Jacob Boluijt en Gijsbertus Damen, gemeenteveldwachter en tevens onbezoldigd rijksveldwachter, in de rand van het populierenbos langs de weg Nuenen-Nederwetten, een onbekend in donkerblauw uniform geklede man aan. Deze was gewond aan zijn gezicht en linkerhand en hij had zijn enkel gebroken. Verder werd een openingsparachuutje, een gordel, een gelaatsstuk met slang en koppeling van vermoedelijk een zuurstofapparaat en een zwemband aangetroffen. De parachute waar de piloot op lag, vertoonde verschillende bloed vlekken. Bij fouillering werden op hem papiergeld aangetroffen. Ook bleek uit de papieren dat het hier ging om de Poolse Flight Lieutenant Antonie Wladyslaw Kiewnarski.
Na een voorlopige medische behandeling door dokter Slijffers uit Nuenen, liet deze de gewonde man per brancard naar het St. Elisabethsgesticht (nu Het Klooster) brengen. Daar werd hij onder bewaking van de marechaussee gesteld.

Deze Majoor werd uiteindelijk als krijgsgevangene overgebracht naar Stalag Luft III in Sagan, 100 km ten zuidoosten van Berlijn. Dit kamp werd speciaal gebouwd voor geallieerde vliegeniers en kon ong. 10.000 gevangenen herbergen. Het was een berucht kamp, doordat ontvluchten hieruit bijna onmogelijk was. Op een gegeven moment lukte het 200 gevangenen in maart 1944 toch via drie zelf gegraven tunnels te ontsnappen. Antoni  was één van hen die ontsnapte. Hierop is de film The Great Escape gebaseerd (http://www.historyinfilm.com/escape/real8.htm ). Op of omstreeks 26 maart 1944 werd Kiewnarski  echter opnieuw gevangen genomen en op het politiebureau in Hirschberg verhoord en vervolgens overgebracht naar de burgergevangenis in die stad. Hij is op 31-Mar-44 door de Breslau Gestapo’er Lux met 27 andere ontvluchte gevangenen  op een open veld  in deze stad geëxecuteerd. Hierna werd het stoffelijk overschot gecremeerd en de urn teruggebracht naar Sagan. Na de oorlog werd zijn urn en die van zijn 49 andere maten overgebracht naar het Poolse Poznan en bijgezet op de plaatselijke Old Garrison begraafplaats. 

Sgt Tadeusz "Teddy" Jan Frankowski, het laatste bemanningslid,  wist na de crash met een gebroken enkel en een schotwond te ontkomen. Hij bereikte via Boxtel en langs het riviertje de Beerze, de Belgische grens. Via Achel, Hasselt, RijkeI, St.Truiden en het Meerdaalbos, kwam hij in contact met een verzetsorganisatie, zodat hij uiteindelijk op 25 oktober 1942, via Frankrijk en Gibraltar, Engeland bereikte. Hij overleed in 1996 in Blackpool.


Wim en Theo werden door hun oudere broer en voogd Frans en zijn vrouw in huis opgenomen.
Hun oudere broer Jan kwam via de Arbeitseinsatz in Duisburg terecht. Daar hij echter samen met een Franse collega illegaal had gehandeld in levensmiddelenbonnen, werd hij door de SD gearresteerd en stelde men hem voor de keuze ofwel  de gevangenis in ofwel zich aansluiten bij de SS. Hij koos voor het laatste en kwam zodoende, na een korte tussenstop bij zijn familie in Eindhoven, in Amersfoort terecht in een SS-opleidingsinstituut. Hij wist hier echter op slinkse wijze weer te ontkomen door op een nacht over de omheining te klimmen en vervolgens onder te duiken bij familie.


Jan en Wim

In maart 1945 waren Jan en Wim in Eindhoven enthousiast geraakt door een wervingsposter voor oorlogsvrijwilliger bij de Prinses Irene Brigade.  Nadat ze een bewijs voor politieke betrouwbaarheid hadden bemachtigd, meldden ze zich bij het wervingsbureau op de Willemstraat in Eindhoven. Al snel waren ze al met 80 andere Eindhovenaren op weg naar de Prinses Irene Kazerne in Bergen op Zoom. Hier moest majoor Looringh van Beek (“Oom Paul”) en zijn officieren hen in 7 weken klaarstomen om snel operationeel te zijn.
Toen de pas 16-jarige Theo de enthousiaste verhalen van zijn broers hoorde over dit opleidingscentrum,  was hij niet meer te houden en ging op eigen initiatief en zonder een cent op zak ook met de trein daar naartoe.
De wacht liet hem binnen, omdat zijn twee broers ook op de kazerne huisden. Toen de leiding van zijn huiselijke situatie hoorden, vond men zolang een baantje voor hem bij het Motor Transport Toezicht. Enkele dagen later moest hij op de keuring verschijnen , maar werd hij zonder opgaaf van redenen afgekeurd. Jan en Wim wendden zich toen tot kapitein Vettewinkel en hij regelde een herkeuring voor Theo. Dit keer werd hij goedgekeurd en kwam als hulp in de kazernekeuken terecht.
Zowel Jan, Wim als Theo zijn eind april 1945 niet meer ingezet bij de laatste actie van de Irenebrigade bij Hedel.
Toen de Brigade in november 1945 werd ontbonden, kon Theo kiezen uit  een baan bij de Regimentspolitie of bij de Pantserdivisie o.l.v. Jhr. Beelaerts van Blokland. Hij koos voor het laatste en leerde o.a. een Bren Gun carrier besturen. In maart 1946 verhuisde hij naar De Harskamp en enkele maanden later naar de Oud Alexander kazerne in Den Haag.
In november 1946 verliet Theo de militaire dienst.

Op 16 december 2011 kreeg Theo tijdens de afsluitende receptie van de koorduitreiking in Tilburg, een herseninfarct. Iedereen die Theo kent, wenst hem en zijn familie veel sterkte toe.

Terug naar de inhoud