Bren gun
Wolverhampton > Wrottesley Park > Wapens
Bren (van Brno, naar de Slowaakse stad
van het ontwerp en naar Enfield, de Engelse plaats van de wapenfabriek van de
Britten) gewoonlijk de Bren gun genoemd, was een reeks van lichte
machinegeweren in gebruik genomen door Groot-Brittannië in de jaren dertig en
gebruikt in diverse oorlogen tot 1991. Het is de Engelse nr. 1 licht
machinegeweer (LMG) in Wereldoorlog II, maar het werd ook gebruikt in
de Korea- en zelfs
nog in de Falkland- en Golf-oorlogen.
Bren was een gewijzigde versie van een
Tsjechoslowaaks ontwerp van een licht machinegeweer,de ZB vz.26, die Britse
legerambtenaren in de jaren dertig hadden getest. De latere Bren kenmerkte zich
door het fraai gebogen magazijn Hoewel het werd geleverd met een tweepoot, kon
het ook op een driepoot worden gezet of op een voertuig gemonteerd. Er kwamen
uiteindelijk de volgende versies van het wapen: Mk 1, Mk 1a, Mk 2, Mk 3 en als
laatste de Mk 4.
.303 patroon 180px-8mm mauser
Het Britse Leger keurde, na uitgebreide proeven, de Tsjechoslowaakse ZB vz.26 in 1935 goed. Men vroeg aan de fabriek in Brno een vergunning voor vervaardiging ervan en het
oorspronkelijk ontwerp werd
gewijzigd en aan Britse eisen aangepast. De belangrijkste veranderingen waren
het magazijn en de loop. Het magazijn was speciaal gebogen voor de .303 omrande
patroon, een verandering t.o.v. diverse randloze (bijv. de mauser- patronen).
Deze wijzigingen werden gecategoriseerd in de benoemingen: ZB vz. 27, ZB vz. 30,
ZB vz. 32, en tenslotte ZB vz. 33, die Bren genoemd werd.
De Bren gebruikte dezelfde .303 munitie als de
standaard Britse Lee Enfield, en vuurde tussen 480 en 540 kogels per minuut,
afhankelijk van het model.
De Bren kon door één enkele militair worden gebruikt, maar het vereiste een
tweede persoon om de hulpmiddelen, reserveonderdelen en extra munitie te dragen.
Elk geweer werd geleverd met een reserveloop, dat snel kon worden verwisseld als het tijdens aanhoudend
schieten oververhit werd. De latere geweren kregen een chroomgevoerde loop, die
minder hittegevoelig was. De Bren werd gevoed d.m.v. een magazijn, waardoor het
trager was en vaker herladen moest worden dan bijvoorbeeld de .303 Vickers. Daar
stond tegenover dat de Bren wel een stuk lichter was. Omdat het gemakkelijker
draagbaar was, kon het zowel in de loop als uit staande posities makkelijker worden
gebruikt. Het magazijn verhinderde ook dat de munitie vuil werd, wat meer een
probleem was met de Vickers met zijn canvas kogelstrengen. Het wapen heeft een
bereik van ruim 550 meter.
In het algemeen, werd de Bren beschouwd als een
betrouwbaar en efficiënt licht machinegeweer, niettemin kwamen er uit Noord-Afrika
meldingen dat de Bren regelmatig vastliep door het fijne zand uit de Sahara. Het magazijn was
gevuld met 30 kogels, maar in de praktijk gewoonlijk
gevuld met slechts 28 of 29 . Zo voorkwam men dat de spanning op de veren niet
te hoog werd en verhinderde het bovendien vastlopen, wat vaak gebeurde bij
andere wapens van dit soort .
Specificaties:
Werking
luchtgekoeld, op
gas, gevoed m.b.v magazijn
keuze: automatisch of enkel schots
keuze: automatisch of enkel schots
Kaliber
.303 (7.696 mm)
De snelheid
2440 fps
Capaciteit
Magazijn voor 30
kogels
(MkI had ronde trommel voor 100 kogels)
Gewicht
10 kg zonder
magazijn
8 kg voor Mk IV
8 kg voor Mk IV
Totale lengte
45.5
inch (42.9 inch voor Mk IV)
Kogels p/m.
500-520 kogels
Bereik
550m
Munitie
(1) bal Mk6; 215
gr. kogel, 33 gr. last (fps van 1970)