Krantenknipsel Henk Leusink en Bas van der Rest
Rekrutering
"Er tegen aan!"
Een gesprek met Bas van der Rest en Henk Leusink. Twee van de soldaten die aan geallieerde zijde, in de Prinses Irene Brigade, meevochten bij de bevrijding van ons land.
Van der Rest en Leusink hebben elkaar veel te vertellen. Over oude dienstmaats en wat er van hen is geworden. De reis naar Canada, waar zij hun opleiding kregen. De overtocht in 1943 naar Engeland.
Kantoorbediende
Voor het eerst kwamen ze elkaar tegen op Curaçao. Maar de wijze waarop de twee mannen Curacao bereikten liep net zo uiteen als hun ontvangst op dit eiland. Ten tijde van dé Japanse aanval op Pearl Harbor was de toen 17-jarige Bas van der Rest kantoorbediende in Zwijndrecht. „Ik had er goed de balen van niets te kunnen doen", vertelt hij ons in zijn woning boven de beroemde muziekhandel aan het Haagse Westeinde. „Met valse papieren vertrok ik naar Rotterdam, om vandaar te proberen via de Rijn Zwitserland te bereiken".
„Als schippersknecht kwam ik eerst tot Mannheim en monsterde aan op een boot naar Zwitserland. In Straatsburg hoorde ik dat de Nederlanders van de boot af moesten. Duits personeel verving ons. Tijdens de schaft kwam ik op een spoorwegemplacement waar Poolse krijgsgevangenen kolen in treinen voor Rodeno laadden. Dat was mijn kans.”
Leusink (rechtsboven) met zijn maats bij
een brencarrier.
Witkalk
Als de wagons volgeladen waren, strooiden die Polen er witkalk overheen. Ik kwam in gesprek met één van die jongens. Die heeft toen naar zijn maat geroepen om pas na de schaft de kalk erover heen te strooien.
Waar al die Duitsers bij stonden", vertelt Van der Rest lachend. „Ik heb me toen onder die kolen, het waren van die grote industriemoppen verstopt. Het begon tijdens de rit te regenen en ik moet er enorm hebben uitgezien. Eindelijk kwamen de bergtoppen mét sneeuw erop en na een paar tunnels dacht ik hier is Zwitserland, ik kan er wel af.
Bij een seinwachtershuisje hoorde ik het vreselijke nieuws. Ik dacht dat ik door de grond ging: ik zat in midden Frankrijk!
Uiteindelijk hebben die Franse spoorwegmensen mij onder een locomotief over de demarcatielijn gebracht naar het „France-libre". Via internerings- en werkkampen in het zuiden ben ik met een groep Nederlandse jongens en valse papieren met de trein de Pyreneeën over gegaan. Twéé weken voordat de Duitsers heel Frankrijk bezetten.
In de herfst van 1942 zat ik in Cadiz in Spanje en vandaar ging het met de boot naar Curacao. We kregen een geweldige ontvangst, met Wilhelmus en al".
Leusink: „En daar hebben we elkaar voor het eerst ontmoet. Maar mijn ontvangst verliep wat anders". Henk Leusink kwam als oud-Spanjestrijder met een vliegtuig uit Trinidad. Dat lag bij de Nederlandse autoriteiten in die tijd wel moeilijk, uitvoerig vertelt hij zijn verhaal.
Internationale Brigade
In 1936 nog lid van de AJC vertrok de Enschedese orthopedisch schoenmaker Leusink, in 1937 (inmiddels verhuisd naar Amsterdam en lid van de CPN) naar Spanje, zonder papieren. Zoals zo velen die zich aanmeldden om in de Internationale Brigade aan republikeinse zijde mee te strijden tegen Franco's fascisten.
Via Parijs, tot waar hij werd achtervolgd door de Nederlandse recherche, en Perpignan kwam Leusink bij de Pyreneeën. Samen met gidsen werd 's avonds de overtocht gewaagd. Training kreeg Leusink in Barcelona en Albazetta, vervolgens gingen hij en zijn kameraden naar het front.
Op 2 april 1938 viel hij in handen van de Franco-troepen. „Ik had geluk dat ik het overleefde. We hebben heel wat neergeschoten Brigadesoldaten langs de kant van de weg zien liggen. Na vermoord te zijn werden hun lichamen door de fascisten met benzine overgoten en in brand gestoken. Ik kwam in de gevangenis van Zaragossa en vervolgens in Burgos terecht." In 1940 kwam hij vrij, maar de Nederlanders konden niet weg; hun nationaliteit was hun ontnomen en Nederland was bezet.
„Met een Spaans schip, de „Magalhanes", vertrokken we uit Figo naar Trinidad. Daar wou de Nederlandse consul ons doorsturen met die boot naar Halifax. Maar wij wilden eraf. Op het schip heerste tyfus en tijdens de reis overleed iedere dag iemand. Bij die elf waren trouwens ook drie Duitsers, die, om zich te redden, zich uitgaven voor Nederlanders. Via hotels en pensions zijn we met z'n tweeën, mijn maat heette Jules Osterloo, in een vliegtuig naar Curaçao gegaan. Daar belandden we in de gevangenis".
Na een paar maanden kwam Leusink vrij. Met Van der Rest en andere Nederlanders volgde een bewogen zeereis op een Noorse tanker, geladen met vliegtuigbenzine in een konvooi over de door de U-boten levensgevaarlijke Caraibische Zee.
Van der Rest en Leusink te Guelph in Canada
Julianakazerne in Guelph
„In New York zijn we van die boot afgegaan. En dat was maar goed ook op weg naar Engeland is ze de lucht ingegaan". In New York is Henk Leusink nog urenlang verhoord door de FBI. Eind januari belandden Van der Rest en Leusink in de Prinses Julianakazerne in Guelph in Ontario in Canada. Daar was de opleiding van de Nederlandse soldaten van de Prinses Irene Brigade. Henk Leusink: „Er zat van alles. Nederlanders van over de hele wereld. Zelfs Amerikanen, van Nederlandse niet-genaturaliseerde voorouders. Er waren erbij die geen woord Nederlands spraken. En ook zes oud-Spanje strijders". Henk Leusink wijst ze trots op een groepsfoto aan.
"Al die tweeëntwintig gevangenen uit Burgos hebben hun plaats weten te vinden in de geallieerde legers".
Ondanks het feit dat in een persoonlijk gesprek met prins Bernhard was afgesproken de kwestie van de nationaliteit tot na de oorlog te laten rusten, zou Leusink later in Engeland hierover moeilijkheden krijgen. Hij verloor zelfs zijn rang van korporaal, maar zijn paspoort en uniform weigerde hij af te geven. Vlak voor de overtocht naar Frankrijk werd de zaak, nadat Leusink zelfs enige tijd buiten de werkelijke dienst was gehouden, min of meer bijgelegd.
Hellfire corner
Enkele dagen na de invasie zette de Prinses Irene Brigade voet op Franse bodem. De brigade werd ingezet in de zogenaamde Hell Fire Corner. Bas van der Rest herinnert het zich nog goed: „6 Juni, D-day. Was mijn verjaardag". „Was dat niet toen we zoveel Duitsers krijgsgevangenen maakten?", vraagt Henk Leusink. Vooral het zuiveren van het door de Canadezen veroverde gebied lag het werk van de mannen van de Prinses Irene Brigade. Een heel karwei. Ongelukken, boobytraps en SS’ers, die zich weigerden over te geven kostten veel slachtoffers. Overigens kreeg in 1944 Leusink tijdens zijn verblijf in Vrouwenpolder zijn nationaliteit terug.
Ruige Hoek
De Irene Brigade leverde ook directe strijd tegen de Duitsers. Dat was tijdens het Ardennen-offensief, tegen jonge Duitse parachutisten. En de Nederlanders bevrijdden Tilburg. Voor de capitulatie bereikte het onderdeel van Leusink Den Haag. Daar leverden zij strijd met Duitsers die zich in het voormalige buitenverblijf van koningin Wilhelmina, de Ruige Hoek, hadden verschanst. En op het Malieveld: „Die lui weigerden eenvoudig zich over te geven en vochten tot het einde".
Hedel
Bij eerdere gevechten in Hedel raakte Bas van der Rest gewond. „Wij waren daar in de Betuwe ingezet om een brug bij Zaltbommel te ontzetten. 's Nachts staken we de rivier over en groeven ons voor het dorp in. In de morgen zagen we daar Duitsers en we zeiden: „Er tegen aan"! Ik kwam in een kruisvuur terecht. Een jongen die voor mij op de weg achter een mitrailleur lag, werd doodgeschoten. Mij raakten ze in de nek."
Door de hospitaalsoldaat, Van den Beek, die zelf daarbij sneuvelde, zijn we naar de eigen linies teruggebracht. Ik kwam in het hospitaal in Turnhout. Pas in juni was ik thuis in Zwijndrecht." In 1937 vertrok Henk Leusink uit Amsterdam. „Pas acht jaar later, op 5 mei, kwam ik weer thuis."
Bron: Een krantenknipsel uit 1981, waarvan de naam niet is te achterhalen. De reporter was historicus Ben Braber.
.