Sport in de Brigade - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

Sport in de Brigade

Wolverhampton > Wrottesley Park > Sport
In het vooroorlogse Nederlandse leger werd niet zoveel aandacht besteed aan sport en lichamelijke oefeningen. Eerste luitenant  K. Rijkens was Algemeen Sportleider van de Koninklijke Nederlandse Brigade. Het was zijn taak om de ‘troop’ weer in een zo’n goed mogelijke conditie te brengen.

Sport in de Brigade
Door Koos Rijkens

Karikatuur van Koos Rijkens  
 
Ongetwijfeld zal  het voor velen van u, oude makkers, interessant zijn even terug te duiken in de geschiedenis van de jaren toen we nog in staat waren "zonder pijn en ongemak" onze armen rond te zwaaien, over hoge schuttingen te klimmen, van rijdende auto's te springen enzovoorts.
Voor zover m'n geheugen het toelaat en aan de hand van oude foto's en wedstrijdprogramma's uit  die periode, zal ik trachten dit weer wat op te rakelen.

HOE HET BEGON
Het Dan-Y-Craig-Camp in Porthcawl (Wales) keek in juni 1940 wel zeer vreemd op toen daar Nederlandse militairen neerstreken. Het was me wel een mengelmoesje hoor! Oud en jong, infanteristen, artilleristen, cavaleristen, vliegers enz. enz.  teveel soorten om ze allemaal op te noemen. En met een moreel?! Gewoon slecht, maar hoe zou je het ook anders kunnen verwachten na alles wat er in de afgelopen weken met hen was gepasseerd. Vertrouwen in wat? Doch ik hoef er niet over uit te wijden, allen, die het meegemaakt hebben weten wat voor toestand het die bewuste weken was!
En wat we dagelijks deden? Overdag tenten afbreken om die vervolgens een 50-tal meters verder weer op te zetten. En 's avonds aan de bar (op kistjes) hangen, of Porthcawl onveilig maken.
Het was toen de commandant van het zogenaamde Nederlandse Legioen, de majoor Sas (voormalig Nederlands Militaire Attaché in Berlijn), die mij, (de toenmalige luitenant Koos Rijkens) opdroeg de sport ter hand te nemen. "Jij bent gymnastiekleraar," zei hij, "ga maar aan de slag en tracht ze tot enige actie te brengen."
Dus,  ondergetekende aan de slag. Sportbroekjeshemdjes, schoenen en wat sportmateriaal aangeschaft en zo zijn wij, sergt. De Dauwe, Granneman en ondergetekende begonnen.
'Morgens P.T., 's middags voetbal en atletiekwedstrijden en 1 x per week een veldloop door de duinen. En warempel, het draaide ook nog!

CONGLETON
 P.T.-training in Congleton

In de herfst van 1940 werd het legioen - hoe hebben ze die naam kunnen verzinnen, want bij het  woordje "legioen" gaan mijn gedachten uit in de richting van de Romeinse  heirscharen - verplaatst naar het stadje Congleton (Cheshire) in de Midlands en  daar konden we onze gymnastiek- en sportlessen geven in die oude en afgedankte cotton mills en op het voetbalterrein van de plaatselijke voetbalclub. Het was  telkens wel oppassen geblazen dat je niet door de vloer van die mills zakte.
De luitenant Hendriks, die aan mij was toegevoegd voor de 'O' (ontspanningsafdeling) en ik, hadden een bureautje in de een of andere shop.
Van alles werd er georganiseerd, zowel op sport als op ontspanningsgebied, dansavonden, concerten etc. Ik herinner me nog dat 't gezamenlijke Kerstfeest toen in 1940 in de Townhall gehouden werd. Die feestavonden werden meestal muzikaal opgeluisterd door een uitstekende band, waarbij o.a. Max Geldray, Kees van  Dijk, Max Polak en anderen meespeelden. En dan niet te vergeten onze muziekkapel o.l.v. de luitenant De  Groot. Bij alle plechtigheden waarbij de brigade betrokken was, zorgden zij voor een muzikale omlijsting.

ZOMER 1941 NAAR  WROTTESLEY PARK, WOLVERHAMPTON



Hier hadden we meer mogelijkheden, n.l. het grote ontspanningsgebouw, tevens gynnastiekzaal, de sportvelden, hindernisbaan etc.
Er werd veel gesport en het zaakje draaide goed. Eenmaal was er zelfs een mogelijkheid een sportmedaille te behalen. De enige in zijn soort bij de Brigade. Allerlei sportwedstrijden werden gehouden, onder anderen voetbal, hockey, zwemmen in het zwembad op het RAF station Cosford, tafeltennis en nog altijd o.l.v. de sportinstructeurs Granneman, De Dauwe en Ferguson (uit Z. Afrika), terwijl op het bureau de sergeant Coomans fungeerde.


Ontspanningszaal annex gymzaal o.l.v. John Ferguson

PERIODE WINTER '43 - JUNI '44
Gedurende deze periode, waarin zich op het krijgstoneel in de wereld zoveel afspeelde en ook het een en ander gebeurde bij de brigade, qua commando, personeelsbezetting enzovoort, kon men de brigade in verschillende locaties aantreffen, n.l. achtereenvolgens Dovercourt bij Harwich: een aardige badplaats met een mooi strand. Alleen konden we van dat laatste nooit gebruik maken, want het stond vol met allerlei soorten obstakels.
In de zomer 1943  verbleven we in een groot tentenkamp bij Hemel Hampstead ten N. van Londen. Een prachtige omgeving waarin we om half zeven 's morgens de golflinks opstoven voor de morning P.T., iedereen de pest in dat dit weer moest gebeuren en er werd heel wat aan gesleuteld dat dit niet door kon gaan.
Zo herinner ik me  nog, dat 'one day' om kwart over zes 's morgens de sergeant van de week op m'n tent trommelde met de woorden, "Kapitein, het regent, zal ik de P.T. maar aflossen"?
Warempel, ik  hoorde het tik-tik-tik op de tent, doch ook een bepaald typisch geruis. En dat laatste kwam me verdacht voor als het gesis van water uit een spuit. Even de onderkant van de tent opgelicht en ziedaar, een prachtige op mijn tent gerichte waterstraal.
"Sergeant, 't kan me niet schelen of het regent, de P.T. gaat door"! De sergeant af en ook de waterstraal stopte onder een gesmoord gelach van twee officieren, de grote  boosdoeners.
Herfst '43  vertrokken we naar een zeer luxueuze badplaats aan de oostkust, n.l. Frinton on  Sea, om vervolgens voorjaar '44 weer op te duiken in Dovercourt, alwaar we in juni 1944 via de radio hoorden dat een landing in Normandië was uitgevoerd.
Na nog enkele  weken verblijf in een tentenkamp in Narborough, was voor ons ook het moment gekomen dat we voor het laatst onze spullen in Engeland inpakten en koers zette naar het vaste land.
Nu ik dit geheel de revue heb laten passeren en al die plaatsen heb genoemd waar de brigade heeft gezeten, bekruipt me de gedachte: "Is dit alles in 4 jaar gebeurd?" Want heus, in mijn verbeelding en vermoedelijk ook in die van jullie, hebben al die verblijfsperioden een veel langere tijdsduur gehad.


Voetbalelftal met in donkere trui  keeper Kees van Tintelen.


Nederlands voetbalelftal na hun overwinning op Noorwegen maart 1941 in het stadion van de 'Wolves'.
Links ltn. Paessens, rechts ltn. Rijkens de leiders van dit team. Trainer Coomans staat tussen de spelers

SPORTWEDSTRIJDEN
Was dit in 't kort zo ongeveer de geschiedenis van de sportbeweging bij de brigade gedurende de periode '40-'44, ik zou tekort schieten, indien ik geen melding maakte van al die vele sportwedstrijden die de Nederlanders, (uit alle streken van de wereld in Engeland neergestreken), speelden tegen onze geallieerde vrienden.
Doch deze matches waren niet alleen wedstrijden zonder meer, neen, ze waren ook manifestaties, uitingen van vaderlandsliefde.
Bijvoorbeeld als bij een Holland-België voetbalwedstrijd de twee ploegen in hun oranje of rode shirt het veld opkwamen om zich vervolgens op te stellen en daarna het Wilhelmus en de Brabançonne klonken, dan voelde je dat er een golf van ontroering door de vele duizenden bezoekers trok.
Mij schieten de woorden tekort om dit op de juiste wijze tot uiting te brengen.
De eerste voetbalwedstrijd was op 1 feb. 1941 in het stadion van de Walthawston Avenue F.C. in Londen.
Spelers; Brinkman, Jean Coomans, Kruse, Buitelaar, Izaa van Elsäcker, Vos, Ab Greeve, Hans Trip, Kees van de Gender, Louis Luttmer en De Kanter.
De uitslag was 3-3.

De volgende was op 11 okt. 1941 in het Wembley Stadion in Londen. De uitslag 3-2 voor België. Spelers: Brinkman, Harry van der Zande, Ten Have, Dierijck, Jean Coomans, Hans Trip, Ab Greeve, Van  Elsäcker, Kees van de Gender, Pieter Mokkestorm en Louis Luttmer.
In 1942 (12  december) en 1943 zijn er nog twee wedstrijden Holland-België in Londen gespeeld, waarvan één in een gelijkspel en de ander in 'n overwinning van 2-1 voor ons eindigde.

Zie hier aanvullende info in krantenartikel in Trouw, okt 2003

Ook tegen de "Free  Franco" werd op 18 april 1942 een wedstrijd gespeeld op het Brentford terrein in Londen. Onze spelers waren toen:  Brinkman, Jean Coomans, Dierijck, Hoogeveen, Hans Trip, Ten Have, Germans, Rauwerd, Louis Luttmer, Van der Wetering en Ab Greeve. Deze partij werd gewonnen.

Maar naast deze Holland-België matches werd er ook in de jaren '41-'42 een zogenaamde Intergeallieerde Competitie gespeeld met als deelnemers België, Noorwegen, Tsjecho-Slowakije en Nederland. Met de vele wedstrijden tegen Engelse en Schotse ploegen erbij, kun je  zien dat er wel wat werk in de sportwinkel is verzet.
Ook de hockeyers mogen we met spelers als Ben Ter Haar, Piet Voorburgh, Kruize, Vermeulen, Haitink en midvoor Van de Berg niet onvermeld laten. Ze hadden een heel goed team, dat tegen de beste Engelse teams uitstekende resultaten boekten.

Speurtocht naar historie uniek voetbalvaantje
Door: Richard van de Velde


Bron foto: R van de Velde

Soms gebeurt het dat je helemaal in extase kan raken van iets heel simpels. Dat gebeurde mij laatst, toen ik op een Engelse Marktplaats een advertentie zag staan van een voetbalvaantje met daarop de woorden “Holland to Belgium, Congleton, 1941”. Als uitleg stond er alleen bij “Royal Netherlands motorized”. Ik nam meteen contact op met de verkoper en vroeg hem om meer uitleg. Hij bleek een inwoner uit Congleton te zijn die dit unieke vaantje was tegengekomen in een kringloopwinkel. Tijdens ons contact gaf ik te kennen dat mijn Nederlandse vader gedurende de oorlog enkele maanden was gelegerd in Congleton en waarschijnlijk deze wedstrijd had gezien. Dit argument bleek voldoende om het vaantje te mogen kopen. Uit nader onderzoek bleek al snel dat er interessante verhalen aan deze interlands kleven.  
 
Je zou het niet verwachten, maar in de Tweede Wereldoorlog ging het interlandvoetbal gewoon door. In 1942 was er bijvoorbeeld in het uitverkochte Olympisch stadion in Berlijn een wedstrijd tussen Duitsland en het neutrale Zweden. Ook het neutrale Zwitserland speelde in die jaren wedstrijden tegen Duitsland. Veertien dagen voordat Duitsland ons land binnenviel, speelde ons ‘grote’ Nederlands elftal haar laatste officiële interland in Amsterdam tegen België.
 
In de oorlogsjaren kwam in het Verenigd Koninkrijk regelmatig een Oranje voetbalteam op de grasmat en dat bestond uit Engelandvaarders en gevluchte Nederlandse militairen van de marine en lucht- en landmacht. Van die laatste groep kwamen de meesten uit het Nederlands Legioen, de voorloper van de Koninklijk Nederlandse Brigade (Prinses Irene).


Voorzitters van beide landen bij de voetbalinterland Nederland-België in Londen in 1943. V.l.n.r.: J. Nieuwenhuis, voorzitter van de Belgische Voetbalbond in Engeland, Albert Milhado, voorzitter van de Nederlandse Sportorganisatie in Engeland en de Nederlandse premier Gerbrandy.
Bron foto: Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/Fotograaf onbekend

Deze wedstrijden waren niet onder de vlag van de KNVB, maar werden georganiseerd door Albert Milhado, een gevluchte joodse sportverslaggever uit Amsterdam. Hij was in Londen werkzaam bij Vrij Nederland en Radio Oranje en had zeer goede contacten met hoge regeringsfunctionarissen, de militaire top, het zakenleven en het Koninklijk Huis. Als sportverslaggever stond hij ook in nauw contact met aansprekende sportofficials, zoals Stanley Rous, de bekende secretaris van de machtige Engelse Football Association (FA). Albert merkte dat sportwedstrijden de plaats waren waar deze hooggeplaatsten uit alle windstreken elkaar konden ontmoeten. Hij wilde een internationale voetbalcompetitie tussen geallieerde legers opzetten en nam daarom contact op met Luitenant Koos Rijkens, de sportinstructeur van het toenmalige Nederlandsch Legioen, en Raoul Urbanowiez, secretaris van de Belgische Voetbalbond in Londen. Die waren meteen enthousiast en direct volgden Engelse Franse, Poolse, Noorse en Tsjecho-Slowaakse sportofficials. Prins Bernhard stelde een speciale beker beschikbaar, die vanzelfsprekend naar hem was vernoemd.
 
Op 24 januari 1941 was de eerste wedstrijd tussen de militaire elftallen van Nederland en Noorwegen. Plaats van handeling is niet meer te achterhalen, maar de eindstand wel: 3-3.


Twee weken later, op 1 februari, was er in Londen de eerste wedstrijd tegen onze zuiderburen.
In Vrij Nederland, het onafhankelijk weekblad voor alle Nederlanders, valt daarover het volgende te lezen: “Ja, er was een echte Holland-België sfeer in het Walthamstow stadion. Er was die atmosfeer, die we zoovele jaren in Antwerpen en Amsterdam hebben ondergaan er waren diezelfde gezellige verschillen van meening tusschen naast elkaar zittende Belgen en Nederlanders, of het wel of niet buitenspel was. We zagen weer een meneer, die na een Hollandsch doelpunt zijn dure gleufhoed als een bal in elkaar frommelde van louter geluk. En we troffen weer de dame die, gillend gelijk de sirenes van Londen, elken aanval van de Belgen op het Nederlandsche doel signaleerde.”
 
De “Royal Netherlands Brigade Princess Irene Military band” was eveneens aanwezig. Dit orkest, dat uit 34 man bestond, marcheerde vanaf twee uur ‘s middags rond het voetbalterrein en bracht allerlei bekende Vaderlandse liederen ten gehore.
Er werd met twee ballen gespeeld, één gedurende de eerste-, de andere gedurende de tweede helft. De ene bal werd door Albert Milhado bewaard om na de oorlog bij terugkomst in Nederland aan het bestuur van de KNVB aan te bieden. De heer Urbanowiez zal de anderen bal ten geschenke geven aan den Koninklijken Belgische Voetbalbond.
Z.K.H. Prins Bernhard arriveerde om even voor half drie en werd aan den ingang van het Stadion door de heeren S. Rijkens, S.E. Rous en A. Milhado ontvangen. Nadat Z.K.H. de eerewacht van de Home Guard had geïnspecteerd, hield hij een toespraak, die werd uitgezonden door Radio Oranje: Ik breng u vanuit het stadion te Londen een hartelijke groet. Ik wens u een goede ontvangst van deze reportage toe. En ik spreek de hoop uit dat de volgende wedstrijd tussen vrije Nederlanders en vrije Belgen wederom op herwonnen vrije bodem zal worden gespeeld.”
Om kwart voor drie kondigde klaroengeschal van de Nederlandsche militaire Harmonie op het veld de komst van de elftallen aan, die zich op het terrein voor de eeretribune opstelden, waarna de “Brabançonne ”, het “Wilhelmus ” en “God save the King” werden gespeeld.
 
Onder de genoodigden merkten wij den Lord Lieutenant of Essex, vertegenwoordiger van den Engelschen Koning, den Mayor van Walthamstow, de Belgische Ministers Pierlot, Spaak, Gutt en van Campenhout, en vele anderen op. Voorts Nederlandsche Ministers Gerbrandy, van Kleffens, Dijxhoorn, Bolkestein, Van Rhijn, Van den Tempel en Welter, de heer Van Broekhuyzen, gezant van Zuid Afrika bij de Nederlandsche Regeering, Luitenant-Generaal van Strijdonck en Generaal Majoor Noothoven van Goor.”
 
De eindstand werd 3-3.


Het militaire voetbalelftal in Wolverhampton Bron: Coll. Van de Sande

Op 8 maart 1941 volgde de tweede ‘interland’ tegen de Belgen. De wedstrijd vond plaats in Carmarthen in Zuid-Wales. Van de voorzitter van de Belgische Piron-brigade, kreeg ik nog een leuk en uitgebreid wedstrijdverslag daarvan uit de "Tenby and County News”:  
 
“Hoewel het spelniveau van enkele weken geleden op het Green Hill terrein, toen het Belgische leger het Noorse legerteam versloeg met twee doelpunten tegen één, niet helemaal werd gehaald, was de wedstrijd van afgelopen zaterdag buitengewoon goed en werd er door alle aanwezigen met volle teugen van genoten. Dat de Belgen superieur waren, kan niet worden ontkend, maar een overwinning van ongeveer 3-1 zou een juister verslag van de wedstrijd hebben getoond. Helaas verloor de Nederlandse ploeg haar centrale middenvelder in het eerste deel van de wedstrijd, en dit droeg ontegenzeggelijk bij tot hun zware nederlaag. Het spel was zeer gelijkmatig, het ene doelpunt ging over in het andere. Beide keepers moeten worden gefeliciteerd met hun spel, waarbij sommige reddingen briljant waren. Beide teams moeten ook worden gefeliciteerd met hun goede sportieve spel, waarbij moedwillige overtredingen volledig afwezig waren. Het Nederlandse team speelde zeer goed samen; hun combinatie was uitstekend; ze passeerden goed en hun spelers waren in een positie om de bal te ontvangen, maar ze waren zwakker voor het doel.

 
DE WEDSTRIJD: De Hollanders wonnen de toss, maar de Belgen veroverden snel de bal en drongen bijna meteen krachtig aan. Na een korte tijd werd een Nederlandse speler in het strafschopgebied gevloerd, maar de speler die de strafschop nam, schatte deze verkeerd in. De bal raakte de punt van kruising en ging over. Bij een volgende Nederlandse aanval ontstond een botsing tussen twee spelers, die beiden probeerden de bal te veroveren. Daardoor moest de Nederlandse middenvelder, die een lelijke snee in zijn rechteroog opliep, het veld verlaten. De Belgen bleven aandringen en hun linksbinnen Schuermans scoorde met een goed schot, dat door de Nederlandse rechtsback van richting werd veranderd en in het net verdween. Door een opmerkelijke samenloop van omstandigheden gebeurde hetzelfde binnen een zeer korte periode, waarbij de rechtsbuiten van Belgen, Kennens, deze keer verantwoordelijk was voor het schot, dat opnieuw via de voet van de Nederlandse rechtsback in het net gleed. Er werd niet meer gescoord toen het fluitje voor de rust klonk.
Binnen een paar minuten na de hervatting scoorde de Belgische rechtsbinnen opnieuw, waardoor de Belgen drie doelpunten voorsprong namen. De Nederlanders, die zeer goed speelden, probeerden nu wanhopig hun achterstand te verkleinen, maar de thuisploeg voegde er nog een doelpunt toe via De Bussen, die een uitzonderlijk goede wedstrijd speelde. Enige tijd later scoorde Oranje zijn eerste doelpunt. Na een aanval werd de bal naar binnen gestuurd; de Belgische doelman ving de bal, maar liet hem helaas door zijn benen glippen. De Nederlanders kregen door dit doelpunt meer moed en het leek er even op dat ze er nog één zouden kunnen aan toevoegen, maar de Belgen bleken te goed en maakten voor het einde van de wedstrijd nog twee doelpunten door Landrieux en de laatste door Debusser.
 
Eindscore:
Belgisch leger: 6
Nederlandse leger: 1

Scheidsrechter: C.M.S. Pointer

Opstelling van de teams:

Nederland: Brinkman (van Zwart-Blauw); Hans Trip (van Hull City), Kloezeman; Dieryckx (van Feyenoord), Van 't Hart, De Vos; Ab Greeve (Poeldijk), Van Elsäcker (van Fortuna Vlaardingen), Kees van de Gender (van RKTVV), Nieuwenhof, Louis Luttmer (van Stadskanaal).


België: Van Aelst; Crickellie (van Oostende), Callier (van Oostende); Willems (van Fc. Lyra), Billiet (aanvoerder; van Cercle Brugge), Vandenbosch (Beerschot); Kennens (van Beringen). Debusser (van Fc. Herentals), Landrieux (van Racing Club de Bruxelles), Schuermans (van Fc. Herstal), Clerinckx (Fc. St. Troud).

Via de hoofdredacteur van de Congleton Chronicle, kwam ik uiteindelijk in het bezit van een tot nu toe onbekend verslag van een voetbalwedstrijd, die gespeeld werd op de plaatselijke Congleton Town ground op 15 maart 1941 en dat moet de wedstrijd van mijn vaantje zijn geweest.

De kleine zittribune van Congleton FC (Bron Wikipedia)

“Een grote menigte soldaten en burgers zag zaterdag in een stad in het Noordwesten* de finale van het Inter-Allied Army voetbaltoernooi tussen het Nederlandse en het Belgische Legerelftal. Na een scherpe en plezierige wedstrijd wonnen de Belgen met twee doelpunten tegen één. De Belgen bevestigden in de eerste minuten duidelijk hun superioriteit in snelheid en slimheid, en namen na twee minuten de leiding met een goed schot van hun centrumspits Schuermans.
*= precieze plaats mocht uit veiligheidsoverwegingen niet genoemd worden.

Kort na de hervatting scoorde Oranje zijn eerste doelpunt door Van de Gender, na een door Callier afgedwongen hoekschop. Zij speelden beter samen en hielden hun tegenstanders vast; maar ongeveer vijf minuten voor het einde maakte één van hun backs een overtreding in het strafschopgebied en Debusser scoorde met een grondschot.
 
Eindscore: BELGIË 2, NEDERLAND 1

 
De Nederlandse militaire Harmonie was weer aanwezig en speelde de volksliederen van België, Nederland en Engeland. In een korte toespraak bracht de Nederlandse generaal hulde aan de vriendschap en verstandhouding, die reeds voor de oorlog tussen zijn land en de Belgen bestond, en verklaarde dat zulke sportieve gelegenheden als deze dergelijke gevoelens van vriendschap en achting versterkten en hen hielpen in hun strijd voor een gemeenschappelijke zaak.”


Bron: Coll. Van de Sande

Ver voordat het ‘echte’ Oranje voor het eerst in 1970 op het legendarische Wembley speelde, kwam het militaire voetbalelftal daar op 11 oktober 1941 al in actie. Weer was België de tegenstander, waarvan het elftal uit tien militairen en een matroos bestond.
Militairen mochten het stadion bezoeken voor half geld, maar moesten dan wel in uniform verschijnen.
De spelers kregen de echte Nederlands elftalshirts, maar wel met rugnummers erop. Dit had de KNVB in Nederland verboden, want ze wilde spelers niet als nummers zien. In Engeland was dit allang ingeburgerd.


De opstellingen van beide elftallen. Let vooral op de waarschuwing voor een eventuele luchtaanval.

 
Maar liefst 20.000 toeschouwers waren er getuige van dat Nederland weer verloor: 5-4. Een Belgische veteraan schreef er dit over: “Het was een aantrekkelijke wedstrijd in elk opzicht. Een ware Nederland-België-ontmoeting, waarin beide elftallen speelden met een vuur en een energie, zoals men gewend was in Amsterdam of Antwerpen te zien. De Belgische toeschouwers op de tribune loeiden bij een vermeende overtreding alsof hun leven ervan afhing en de nabij zittende Hollanders antwoordden dan met een "Wij zijn niet bang" alsof er geen Duitse inval was geweest en we nog onder de oude omstandigheden leefden.”


Lunch van militair voetbalelftal in Londen  Bron: Coll. Van de Sande

Enkele brigadisten uit dit militaire elftal sprongen er een beetje bovenuit. Ab Greeve (uit Gevechtsgroep I) was de rechtsbuiten en speelde voor de oorlog voor PFC uit Poeldijk en voor De Postduiven uit Loosduinen. Hij werd het Vliegend Hert genoemd, omdat hij de 100 mt. in elf seconden liep. Na de bevrijding speelde hij nog bij laag geklasseerde profclubs zoals Macclesfield Town en Bollington FC. Ook spits Jean Coomans (uit de Politietroepen) en spil Harry van der Zande van Willem II hadden een goede reputatie. Rechtshalf Hans Trip, een broer van Brigadist Geert en de in Engeland nog omgekomen Jan Trip, woonde in Hull waar zijn ouders een zeemanscafé hadden. Hans had toen al een contract bij Hull City. Verdere opvallende spelers uit de brigade waren rechtsbinnen Izaa van Elsäcker van Fortuna Vlaardingen en artillerist en linksbuiten Louis Luttmer uit Stadskanaal. Van deze laatstgenoemde zijn de voetbalschoenen nog bewaard gebleven.

Sportwedstrijden waren ideaal als informele ontmoetingsplaats voor autoriteiten in ballingschap. Om die reden richtte Milhado in augustus 1941 de Nederlandse Sportclub op. Met zijn netwerk legde hij de basis voor een ambitieus plan voor sportuitwisselingen tussen Nederlandse en Engelse steden. Het leverde veertig stedenverbanden op. Sommige van die stedenbanden bestaan nog steeds, zoals die tussen Leiden en Oxford en ook Arnhem en Croydon handhaafden hun vriendschap.

 
Met dank aan onderzoeksjournalist Jurryt van Vooren voor achtergrondinformatie.
 

Terug naar de inhoud