Dagboekpassages van H. Trienekens - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

Dagboekpassages van H. Trienekens

In Nederland
Brieven van lezers

Geïnspireerd door het artikel in "De Vaandeldrager" no.1  van maart 1985, geschreven door G.G. van Dam, wil ik aan het geplaatste artikel nog het volgende toevoegen.
Het plan voor het uitvoeren van de straatgevechten en  het daarop volgende huiszuiveren was opgezet door kapt. Roos en werd eveneens onder zijn leiding uitgevoerd.
Voor wat betreft de zware mitrailleurs van de  It.Lengkeek -opgesteld in een boomgaard west van de te zuiveren huizen - deze hadden hun vuren gecoördineerd met de vuren van de mortieren van 81 mm. Door  afgrendelingsvuren west en noord van de te zuiveren huizen, werd de vijand een terugtocht in die richting onmogelijk gemaakt.

Het verhaal van de S.M.Trienekens

Voordat ik in de hoek van de kamer vlak bij de deur ging slapen, waren orders gegeven voor een kleine bezetting van de mortieren alsmede van de controlepost, voldoende om in noodgevallen mortier vuur te kunnen afgeven.
De stukken stonden gericht op de gevaarlijkste kant van  het bruggenhoofd, namelijk oost van de weg Zaltbommel-Den Bosch. Ter bescherming  van het 4e peloton en speciaal de groep van de sgt.Kers, welke groep aan de  oostelijke kant van het viaduct zijn opstelling had, waren afsluitingsvuren voorbereid, deze konden onmiddellijk worden afgegeven.
Na deze maatregelen genomen te hebben ben ik gaan  rusten. Om ongeveer 4 uur 's ochtends - na een onrustige slaap- werd ik plotseling wakker en hoorde licht infanterievuur. Ik stond op en probeerde staande in de deuropening enig idee te krijgen van de ernst van de situatie. Begaf mij naar de mortieren en gaf order om alles in gereedheid te brengen om te vuren en gaf tevens opdracht voor een volledige bezetting incl. dus alarm.
Inmiddels was het lichte infanterievuur in hevigheid toegenomen en gaf ik opdracht afsluitingsvuur af te geven. Toen even later de  opdracht van de commandopost van de gevechtsgroep kwam om mortiervuur af te geven voor het 4e peloton, kon ik melden dat het vuur reeds onderweg was en  alsnog zou worden herhaald.
Het was nog vrij donker, de afstand van de  mortieropstelling naar het 4e peloton was vrij kort, ik liep snel naar voren om mij ter plaatse zo goed mogelijk op de hoogte te stellen. Bij de mortieropstelling teruggekeerd stelde ik iedereen op de hoogte van de situatie. De noordelijkste punt van het bruggenhoofd werd o.a. ingenomen door een peloton van de 3e gevechtsgroep, de pelotonscommandant S. M. Schone had door het  afvuren van seinpatronen om mortiervuur voor zijn opstelling gevraagd, dit vuur en verschillende andere werden in het vak eveneens afgegeven.
Door het vele vuren was aanvulling van mortiermunitie nodig, deze werd per amfibievoertuig aangevoerd en op de noordelijke oever ontladen en door mankracht naar de opstelling vervoerd. Bij de aanvoer munitie werd door iedereen zelfs het  personeel van de gevechtsgroep commandopost ingeschakeld.
Inmiddels was net lichter geworden en begaf ik mij vergezeld van de korp. De Vaan in de richting van het 4e peloton. Na een 50 meter liet ik de Vaan achter, zodat hij de mondelinge bevelen door stemcontrole kon doorgeven aan de stukken. Zelf liep ik in de richting van de commandopost van het 4e peloton, voor mij hoorde ik een paar geweerschoten en daarna was het  stil. De situatie ter plaatse was mij onduidelijk. Kijkend in de richting van het talud van de verkeersweg zag ik in de ochtendschemering iets bewegen, een  lichtgrijze vlek bewegende in de richting van het talud van de verkeersweg. Duitsers! Met mijn pistoolmitrailleur schoot ik en zag stofwolkjes tussen hun benen opspatten, voor mij onzichtbaar verdwenen zij over de weg. Gealarmeerd door dit voorval, liep ik langzaam in de richting van het viaduct. Het viaduct gaat onder de weg Zaltbommel - Den Bosch door. Om op deze weg te komen is er een oprit, tussen beide wegen is een laagte, wanneer je naar het viaduct loopt zie  je aan de linkerkant de oprit en verder het laaggelegen terrein. De afstand van oprit naar viaduct is ongeveer dertig meter en de lengte van de oprit ongeveer tachtig meter.
Gekomen ter hoogte van het begin van de oprit keek ik de laagte in om eventuele sporen van de vijand te ontdekken. Op het punt waar de  oprit afboog naar de verkeersweg zag ik een afwijkende kleur waaruit ik meende  te  moeten opmaken "enige" vijand.
Het afgeven van mortiervuur was onmogelijk, te dicht bij eigen troepen en een te korte afstand tot de mortieropstelling. Aangezien ik op dat ogenblik geen eigen troepen zag besloot ik het zelf maar te proberen, bracht  mijn Duitse pistoolmitrailleur in de schouder, gaf een aantal vuurstoten af en  sommeerde hen zich over te geven. Aanvankelijk lukte dit niet, maar na nog enige vuurstoten en overredingskracht zag ik twee handen de lucht ingaan. Gaf opdracht  hun wapens neer te leggen en naar mij toe te komen, om wat kracht bij te zetten  vuurde ik nogmaals. Langzaam kwamen zij naar mij toe, ik telde onbewust, één,  twee, drie vééél, in de verte bleven twee gewonden liggen. Om het geheel beter te overzien liep ik een twintig meter de oprit op en zag dat de oogst groot was,  een man of achttien.
Wat nu? Sommigen hadden hun pistool nog, op dit ogenblik  kwam uit het viaduct de korp. Jansen, gewondenverzorger, deze stapte op de krijgsgevangenen toe en begon met de verdere controle. Toen hij bij de tweede Duitser was, arriveerde een jeep met kapt. Roos en een aantal tirailleurs, deze ontfermden zich onmiddellijk over de krijgsgevangenen en voerden ze af. Sgt. Kers - juist aangekomen van de oostkant van het viaduct - keek verbaasd toe, zich  afvragende hoe die Duitsers daar gekomen waren.
Het verloop van de dag was verder een gewone dag met de  normale taken, verkenningen, vuren enz. In de loop van de middag kregen wij opdracht van de gev.groep ons voor te bereiden om in de loop van de avond het gevecht af te breken en de Maas in zuidelijke richting over te steken. Toen het tijdstip daar was, ging alles weer in draaglasten terug naar de oever en het amfibievoertuig dat ons weer teruggebracht over de Maas. Op de andere oever stonden onze chauffeurs met de carriers gereed om ons naar onze nieuwe bestemming te vervoeren.
Over het verloop van de actie in Hedel werd door mij een  kort verslag gemaakt, waarin vermeld: dat eenieder zijn taak naar behoren - zelfs onder artillerievuur liggend - had vervuld.

Klik hier voor een uitgebreid interview van Romain van Damme met Huub Trienekens in De Stem van 5 juni 2004
Terug naar de inhoud