Veenendaal, J.H.van
Erelijst gesneuvelden > Namenlijst slachtoffers Veldtocht
Achternaam: Veenendaal
De ouders van Jo waren timmerman Johannes Hendrikus van Veenendaal (1892-1967) en Elizabeth van Boom (1897-1977). Ze trouwden in mei 1920 in Utrecht en kregen samen acht kinderen: Johannes Hendricus "Jo" (1920-1945), Theodorus Johannes "Theo" (1922-2010), Cornelis Anthonius "Kees/ Ken" (1923-1992), Albertus Cornelius "Bart" en Louis (*1939-1985), Elisabeth Johanna "Lies" (*1932), Henri Marius Christiaan "Harry" (1933-2004), Johanna Hendrika "Ans" (1937-2001), Aloysius Anthonius "Louis" (*1939).
Tussenvoegsels: van
Voornaam: Johannes Hendricus
Voorletters: J.H
Rang: Sold.
Mil. Onderdeel: Kon.Ned.Brig.Prinses Irene
Geboorteplaats: Utrecht
Geboortedatum: 18-05-1920
Overlijdensplaats: Hedel
Overlijdensdatum: 27-04-1945
Begraafplaats: Militair ereveld Grebbeberg te Rhenen
Gemeente: Rhenen
Provincie: Utrecht
Land: Nederland
Vak:
Rij: 11
Nummer: 30
Bron foto grafsteen: R. van de Velde
Jo
De oudste drie zoons Jo, Theo en Kees gingen na de lagere school naar de Ambachtsschool. Theo en Kees werden timmerman, maar Jo had meer interesse in techniek en werd elektricien. Alle drie de jongens werden ook lid van de padvinderij. Toen ze achttien werden wilden ze niet voor de Arbeidsinzet naar Duitsland gestuurd worden en doken ze onder op boerderij Oud Moerbeek, Zoomvlietweg 15A in Heerle, nabij Wouw in Brabant. Jo assisteerde hier een aalmoezenier die leiding gaf aan 20 jongens uit de grote steden, die daar kwamen om aan te sterken. Jo bleek een geboren leider te zijn.
Boerderij Oud-Moerbeek
Jo op de boerenkar met stadskinderen augustus 1942
Toen Heerle op 29 oktober werd bevrijd meldden Jo en Theo zich kort daarop als vrijwilliger bij de Prinses Irene Brigade. Kees ging bij het Rode Kruis. "Als we alle drie sneuvelen, overleeft moeder 't niet," was het commentaar van Jo.
Jo in uniform van de Irene Brigade, Kees in 't midden
Na hun opleiding in de Cort Heijligerskazerne o.l.v. majoor Looringh van Beeck te Bergen op Zoom, werden Jo en Theo vanaf 18 april 1945 ingezet bij het vormen van een bruggenhoofd over de Maas.
Op 25 april werd hun pelotonscommandopost (boerderij De Woerd) van luitenant Rueb bijna door de Duitsers overlopen. Ze zaten in de tuin en hadden zich in de gebouwen achter de boerderij verschanst. Toch wist luitenant De Roos de post te bereiken. Via de veldtelefoon meldde hij de majoor: "Ik zit hier, stuur direct versterking anders ben ik het kwijt !" De toestand was kritiek. Een hevige vuurstoot had de 2-inch mortier van het peloton buiten gevecht gesteld. Twee mannen raakten zwaargewond. Eén van hen werd door Rueb en korporaal Tiemersma naar binnen gedragen. De andere, soldaat Van Veenendaal, zou de volgende dag aan zijn verwondingen bezwijken.
Zij zus Lies zou hierover later het volgende over schrijven: "Jo en Theo zaten met en Engels sprekende militair in een schuttersput. Op een gegeven moment raakte hun metgezel zwaar gewond en Theo gewond aan zijn pols. Jo ging daarop met een witte vlag in de hand hulp halen bij de hulppost. Niet alleen Theo zag Jo terugkomen, maar ook twee Duitsers en die schoten Jo ineens neer. Theo wilde nog in actie komen, maar zijn stengun weigerde. Hij trok nog wel met zijn tanden de veiligheidspin uit een handgranaat en gooide die naar de twee Duitse militairen, waardoor die omkwamen. Jo, Theo en de Engelsman werden naar het hospitaal gebracht. Jo overleed daar op 27 april aan zijn verwondingen. Zijn stoffelijk overschot werd vervolgens naar Heerle overgebracht en op 30 april 1945 op het kerkhof achter de kerk begraven."
Later is Jo herbegraven op het Ereveld Grebbeberg te Rhenen.
Bidprentje en een herinneringsplaquette op de zijkant van de kerk te Heerle met de naam van Jo van Veenendaal
Bron: Artikel in decembernummer 2003 van De Vierschaer van de Heemkundige kring te Wouw blz. 18tm. 35. Auteur: Cees Cuperus.
Bron: Rob van Veenendaal uit Australië
Bovenstaande brief, namens Prins Bernhard, was gericht aan de pastoor van Wouw en had te maken met het volgende:
Boerderij Moerbeek was in eerste instantie een plaats waar jongens uit 'het westen' (katholieke verkenners) aan konden sterken. De padvinderij was een concurrent van de Hitlerjugend en was daardoor verboden. Vandaar dat de boerderij in de oorlog vergunning van de Duitsers had gekregen om er zgn. varkens te fokken. De mensen die er verbleven hadden allemaal een Ausweis (identiteitsbewijs) waarop stond dat ze boer waren. De boerderij was een mengeling van spionage, sociaal werk en onderduikadres. Kapelaan Froger was de geestelijk leider en beschikte zelfs over een afgetapte telefoonlijn, waarmee hij met mensen achter de frontlinie in verbinding stond. Jo had daar naar alle waarschijnlijkheid voor gezorgd. Hiermee gaven ze o.a. de coördinaten door aan de geallieerden van het hoofdkwartier van de Duitsers in Heerle. Na een beschieting daarvan, waren de Duitsers gevlucht. In het hoofdkwartier vond men toen een kaart met daarop alle posities van de Duitse troepen in Brabant. Lies schreef daarover: "Theo heeft die kaart om zijn lijf gebonden en, gekleed in een boerenoveral, naar het verzet in Breda gebracht. Die heeft de kaart vervolgens aan Generaal Demsey gegeven."