Onderschatting Aanvullers
In Nederland
Mijne heren,
Naar aanleiding van "De kleine oorlog" van de Prinses Irene Brigade in een tijdschrift van Vrij Nederland d.d. 6 oktober 1984 wilde ik gaarne het navolgende op/aanmerken.
Op de eerste plaats mijn grote respect voor de oud-Brigade-leden, voor hun moedige strijd in Frankrijk en België en Nederland, waar op vele plaatsen een heldhaftige strijd is geleverd ondanks doden en vele gewonden. Toch wist men het gestelde doel te bereiken.
Er wordt gesproken over de vergeten Brigade, wat velen van de strijders van het eerste uur veel pijn heeft gedaan, blijkens de verschillende grieven die naar voren werden gehaald en terecht. Echter zoals u zich gegriefd voelde, zo voelde ik mij gegriefd en met mij velen van de aanvullingstroepen die hun korte opleiding kregen in Burg Leopold of in Bergen op Zoom. Persoonlijk vind ik dat er zeer laatdunkend wordt gesproken over deze jongens. O.a. wil ik de volgende tekst aanhalen; v.w.b. Hedel: “Er werden versterkingen aangevoerd, meestal jonge, onervaren rekruten die pas in het zuiden van het land dienst hadden genomen. Voor ons peloton betekende deze versterking twee jongemannen, die zich omstreeks het middernachtelijk uur kwamen melden. Zij bleken afkomstig te zijn van het toenmalige opleidingsdepot van de Irene Brigade in Bergen op Zoom. Zij waren ongewapend. Handgranaten hadden zij wel eens gezien, doch nog nimmer geworpen", aldus een van de oud-strijders die Hedel meemaakte. Dezelfde twee jongemannen beklaagden zich meerdere malen 's nachts over het feit dat ze zo moe werden van het wachthouden. Overigens wisten zij de volgende dag een Duitse patrouille te overmeesteren door toen maar hun handgranaten te gooien en hun geweren leeg te schieten: twee doden, drie gewonden en drie krijgsgevangen Duitsers waren het resultaat. Verdere tekst: "Andere aanvullingseenheden waren minder fortuinlijk. Zij kwamen onder hevig vuur te liggen en werden door een sterke Duitse eenheid aangevallen op 25 april. Van de twaalf Nederlandse doden en ongeveer dertig gewonden bij Hedel gevallen, behoorden de meesten tot de aanvullingspelotons van pas opgeleide rekruten.”
Men kan ervan denken wat men wil, maar ik vind dat dit alles niet zo fijn overkomt en er staat nog veel onwaarheid in ook. Gaarne wilde ik ook nu mijn verhaal vertellen. Inderdaad was het een zeer korte opleiding, maar jongens die bezield waren met een elan en zich op alle mogelijke manieren probeerden te wreken op de Duitsers, waar zij vijf lange jaren door vertrapt en vernederd waren, vele oud-Brigadeleden weten dat hun motivatie geweldig was. In opleiding was wel degelijk met handgranaten geoefend en velen van onze jongeren kenden de Duitse wapens en steelhandgranaten als hun broekzak, daar zij uit het verzet kwamen. Ikzelf heb mijn opleiding in Bergen op Zoom gehad en werd na zes weken opleiding ingezet in Hedel. In de eerste Unit kwam ik in het peloton van de Itn. Maschof en in de groep van de kpl. Kraay (uit Argentinië) werd ik brenhelper. We gingen als eerste over de Maas met drie geruisloze stormboten van de Engelse Mariniers. Na de bezetting van het dorp Hedel, dat zonder ernstige tegenstand verliep, bezette onze groep twee boerderijen op ongeveer driehonderd meter van het landingspunt (km-paal 26) in de NW-hoek van Hedel. Van hieruit namen we verschillende Duitse patrouilles onder vuur die over de dijk vanuit de richting Ammerzoden kwamen. In de middaguren van de eerste dag lag ik op een zolder van de boerderij met een brengun en werd plotseling hevig onder vuur genomen vanuit een boomgaard noordelijk van de boerderij, ik vuurde het ene na het andere magazijn op een Spandau (Duitse mitrailleur) in de boomgaard, tot de halve rietbedekking van de boerderij met een geweldige hoeveelheid stof en leem naar beneden kwam, ik schreeuwde naar beneden dat ik niets meer kon zien en het was wel een aanvullingsrekruut (sld. Ruitenberg) die onmiddellijk de ladder opkwam en de mitrailleur van mij overnam en doorging met vuren.
Verder waren er geen afzonderlijke pelotons van de aanvullingen, want zij werden verdeeld over de gehele brigade. Volgens mij is de schrijver van dit verhaal helemaal niet in Hedel geweest, want het was de gehele Unit I en een gedeelte van Unit III die in Hedel gevochten hebben, buiten de mortieren en enkele carriers, waarvan er een op een mijn liep in de Uithovensestraat. De schrijver behoorde als ik het goed begrepen heb tot de Unit II.
Verder wil ik nog opmerken dat verschillende jonge rekruten het Bronzen Kruis hebben gekregen o.a. sld. J.C.Tienstra die met zijn bren op 25 april menig Duitser in het zand deed bijten en sld. J.Veldmeier, die met zijn Piat de halve kerktoren wegblies, zodat we geen hinder meer hadden van een Duitse sluipschutter.
Ik hoop dat e.e.a. opgenomen wordt in de Vaandeldrager, zodat de zaak ook hierover nu eens rechtgezet wordt, want wij hoorden er ook bij. 7 van de aanvullingen sneuvelden in Hedel misschien wel door hun onverschrokkenheid en te grote inzet. Ikzelf ben bij de reünie in Hedel geweest, doch heb weinig aanvullingen gezien, mogelijk als alles rechtgetrokken is zien we er heel wat meer. Want wij hoorden er ook bij.
Met de hartelijke groeten van een aanvuller. F.L. Vogelzang, Breda.
Oud-strijder: Prinses Irene Brigade. Para-Commando Ned-Indië en Korea (2x). Gepensioneerd Adj.0.0.